Woensdag 1 juni 2005 Canon City-Denver

Super 8 Motel

Los van het feit dat je in dit motel een prima kamer huurt voor en prima prijs, moet mij van het hart, dat het ontbijt echt bijzonder is. De beste donuts tot nu toe staan er voor het uitkiezen.

 

Pikes Peak

De hemel is enigszins bewolkt vanmorgen. We willen op deze laatste dag van de reis naar het symbool van Colorado, Pikes Peak. Deze berg is enorm hoog en dan loont een bezoek eigenlijk alleen als de hemel schoon is. Tijdens het ontbijt bespreken we de alternatieven. We proberen het gewoon. Als bij aankomst blijkt dat het nog bewolkt is, dan gaan we naar de “Garden of the Gods”.

We rijden Canon City uit in oostelijke richting. Halverwege Canon City en Pueblo nemen we weg 115 naar Colorado Springs. Deze weg voert door lieflijk landschap op de grens van de prairie en het rijk der bergen. Het is hier gewoon mooi.

Na enige tijd passeren we een militaire basis, waarna we de buitenwijken van Colorado Springs binnen rijden. Eerst is het nog rustig op de weg. Maar we moeten wat meer naar het centrum om bij de I-25 te komen. We moeten bij oprit 140 erop en dan gelijk bij volgende afrit (nr. 141) er weer af. Dit lijkt wat vreemd, maar je spaart er een hoop gewoel in het centrum van Colorado Springs mee uit.

Colorado Springs blijkt een grote, tamelijk drukke stad te zijn. Buiten de normale drukte van grote steden heb je hier ook nog veel toeristen. In en rond de stad zijn veel attracties.

We verlaten de I-25 bij afrit 141 en rijden weg 24 op. Deze weg gaat in de richting van Cascade. Buiten Colorado Springs wordt dit een brede autoweg met gescheiden rijbanen. Overal zien we aankondigingen voor de diverse attracties. Alleen de aankondiging van de Pikes Peak Highway Laat op zich wachten.

Pikes Peak Highway

Aan de grens van Cascade staat dan eindelijk de aankondiging van Pikes Peak. Deze berg is in deze hoek van de Rocky Mountains met 14.110 ft (4200m) de hoogste. Bovendien is dit min of meer Amerika's berg. Het gedicht “America the Beautiful” is hier geschreven.

Van de top kan je op een heldere dag vijf staten zien liggen. Je kunt op verschillende manieren naar de top. Namelijk per trein of per auto. Lopen of fietsen zou ik afraden. De trein is een in Zwitserland gefabriceerd smalspoor tandrand dieseltreinstel. Mooi, leuk, maar ja we hebben al een auto gehuurd. We rijden onder knullig poortje door de highway op. Bij de tolpoortjes kopen we ook nog een boekje en het avontuur begint.

De maximum toegestane snelheid is nergens hoger dan 30 mile. We rijden over een niet te brede geasfalteerde weg met wat bochten al gelijk flink omhoog. We passeren de stuwmeren en op een gegeven moment na milemarker 8 is het afgelopen met het asfalt. We rijden over een zogenaamde dirt-road. Op de hellingen staan nog steeds bomen. Het is hier al 9550 ft hoog. Her en der wordt aan de weg gewerkt. Dit betekent dat de weg dan nog smaller en slipperiger is dan normaal. We hebben 4x4, ik heb dat een paar keer ingeschakeld. Op 12000 ft (3600 meter) passeren we de boomgrens.

Devils playground

Het weggedeelte tussen mile 16 en 17 staat bekend als Devils playground. Het landschap is nu pas echt ruig. Op de hellingen ligt volop sneeuw. De hellingen worden steeds steiler en de bochten scherper. En van een wegmarkering is geen sprake. Vangrail nooit van gehoord. De afgrond is wel steeds nadrukkelijk aanwezig. Het zuurstof percentage van de lucht bedraagt hier 57,7%. De Devils Playground ligt aan de hoge kant van de berg en wordt zo genoemd, omdat hier buitengewoon veel keren de bliksem inslaat.

 

Top of the world

Bij elke bocht denk je: “nu zullen we er wel zijn”, maar dan komt er nog een stuk. Na 19 mile zijn we dan boven. Boven is 14.110ft (4200 meter). Het zuurstofgehalte van de lucht is hier nog 53,6%. Het zonlicht is op deze hoogte ook heel intens.We parkeren tussen sneeuw en bagger. De trein is ook boven. Het is steenkoud en de wind blaast je pet van je hoofd. In de prospectus wordt aangegeven dat het al eens is voorgekomen dat ruiten uit auto geblazen werden. Het uitzicht rondom is oog verblindend. Aan de ene kant kijk je uit over de vlakten en andere kant liggen rijen besneeuwde bergtoppen binnen je blikveld.

Een paar wolken drijven onder je door. Nadat we druk bezig zijn geweest met kijken en foto's maken, gebeurt het dan toch. Ik krijg last van de hoogte. Ik loop te waggelen alsof ik dronken ben. Adem kom ik ernstig te kort. Alles draait min of meer om me heen en mijn hart bonst in de keel. Al met al helaas voldoende reden om weer te gaan afdalen.

De race naar de wolken

Om het toerisme te bevorderen, is in 1916 voor het eerst de Pikes Peak Hill Climb beter bekend als de race naar de wolken georganiseerd. Vanaf dat jaar wordt deze race elk jaar gehouden. De auto's zijn door de jaren heen steeds sneller geworden en de laatste toptijd bedraagt 10 minuten voor het traject over de laatste 12.42 mile. De gemiddelde snelheid ligt dan boven de 65 mile per uur. Je moet dan over een auto met zeer krachtige motor beschikken, terwijl een paar stalen zenuwen ook niet weg zijn. Vergeet niet dat het stuk waarop de race wordt gehouden niet geasfalteerd is, scherpe haarspeld bochten bevat en dat de weg niet over een markering laat staan over vangrail beschikt.

Weer naar beneden

De weg naar beneden staat gestoffeerd met bordjes over warmgelopen remmen. En dat je wordt geadviseerd om terug te schakelen naar je eerste versnelling of naar low bij een automaat. Bij Glen Cove Lodge moet je bij een controlepunt verplicht stoppen. Daar wordt gecontroleerd of je remmen niet warm zijn gelopen. Ik mag door met een: ‘perfect sir”. De dame voor me moet verplicht aan de kant om de remmen van haar auto af te laten koelen. Heet gelopen remmen doen het niet zo best meer en er volgen nog veel bochten.

Wij besluiten om bij de picknicktafeltjes van de lodge onze lunch te gebruiken. Een eekhoorn houdt ons gezelschap. Ons tafeltje staat aan de rand van het terras, precies daar waar de bomen nog in de overgebleven sneeuw staan. De eekhoorn is best brutaal en is uit op onze restjes.

In het winkeltje wordt de bekende spullenboel aangeboden. Buiten kan je een cursus rotsklimmen krijgen.

Na enige tijd gaan we verder naar beneden.

Wat een geweldige ervaring deze trip naar de hemel en terug. Het is ruim 14.00 uur voor we beneden zijn. De rest van de middag gebruiken we voor een eindje rijden door de prachtige omgeving.

 

Op weg naar Denver

We rijden de hele middag door de bossen ten westen van Denver. Heuvel op en af. Berg op en af zou dat moeten zijn, maar zo voelt het na vanmorgen niet meer. Op een zekere plek rijden we diep het bos in waar we prachtige bloemen zien. Uiteindelijk komen we weer op de autoweg naar de stad.

 
 

 

De avondspits begint net op gang te komen. Over de I-70 rijden we dwars door Denver en we bereiken tamelijk simpel ons hotel. We kunnen nu makkelijker het hotel vinden, dan toen we hier de eerste dag van de luchthaven afkomend naar zochten.

Na een afscheidsdiner gaan we vroeg naar bed. Morgen wordt een bar lange dag.

Milestand: 3220

 

Deze vakantie zit er weer op. Het waren slechts veertien dagen, maar we hebben erg veel gezien.

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren