Dag 16:
Twentynine Palms - Las Vegas
15-06-2010

 

Vandaag willen we eerst nog een paar boodschapjes doen in de plaatselijke supermarkt van Twentynine Palms. Maar eerst het ontbijt. Zoals gewoonlijk is het wel goed verzorgd maar stelt het tegelijkertijd ook niks voor.

Ze hebben hier wel brood. Alleen de boter voor op dat brood is volgens goed Amerikaanse traditie erg goed gekoeld en derhalve niet smeerbaar. Ik merk dat ik me er niet aan stoor. Dat zal gewenning zijn.

Wat mij wel een beetje vreemd gevoel geeft is de ontmoeting die ik vanmorgen vroeg op de trap van het hotel had met Ali de man die ons gisteren heeft ingecheckt. Ali is al weer op en heeft kennelijk “Housekeeping” jobs. Hij doet zijn uiterste best om mij het leven gemakkelijk te maken. Hij wil persé mijn tassen naar de auto sjouwen. Ik voel me er oud bij. Wat mensen soms al niet moeten doen om de klanten tevreden te houden en op die manier hun werk zeker te stellen.

Ook Twentynine Palms is Californië. Aan de benzinepomp worden we weer eens met dat feit geconfronteerd. Kan ik met mijn creditcard in de gehele US probleemloos transacties doen, hier ligt dat anders. Bij de tankstation betaalautomaten in Californië wordt nl gevraagd je ZIP code in te typen. Tja dat kan ik wel, maar onze card heeft een Pincode van 4 cijfers in CA moeten dat er 5 zijn. Je moet dan binnen vooruit betalen. Uiteraard wel gewoon met die zelfde creditcard. Lastig, want weet u van tevoren hoeveel benzine er in de tank van de huurauto gaat?

We vragen Tom Tom een route naar Kelso. Dat is geen probleem. Alleen vertrouwen wij er niet op dat de gepresenteerde route overeenkomt met die uit mijn thuis opgestelde routeboek. Dus maken we er Amboy van. Dat ziet er betrouwbaarder uit.

We rijden Wonder Valley in. Tja whats in a name? Ongetwijfeld zullen er hier mensen wonen, die het hier wonderlijk mooi vinden. Maar wij moeten er niet aan denken. Het is hier gewoon woestijn. Her en der een struikje en verder veel zand. Ook her en der een woning. Of noem je dat een schuurtje? Klein van hout en armoedig. Alles verspreidt over een groot gebied. Daarentegen passeren we wel een keurig verzorgd “Fire Station” en even later zowel een kerk als een restaurant. Het is hier echt bloedheet. Wij merken dat omdat we van tijd tot tijd stoppen om onze hobby uit te voeren.

We slaan links af en verlaten daarmee kennelijk de valley. Het landschap wordt nog armer hier. We komen door een droog meer. Calcium Chloride wordt hier gewonnen. Het ligt er kennelijk voor het opscheppen. Hoewel het bijzonder is om te zien kunnen we geen viewpoint of iets dergelijks ontdekken. Even verderop zien we de contouren van een oude vulkaan. Dan moet Amboy ook vlakbij zijn. Onze aandacht wordt eerst getrokken door een trein die we vanuit de verte zien komen aanrijden. We prikken de auto naast de weg op een kennelijke p-plaats. Dan klikken onze camera’s. Prachtige fotoshoot. Wij heel blij. Een paar medeweggebruikers mogelijk wat minder. Want al die tijd dat wij foto’s nemen. We staan daarbij naast de weg hoor! Staan zij beleefd te wachten zodat ze niet door ons beeld hoeven te rijden. Kijk dat is nou beleefdheid die je alleen op het platteland nog tegen komt.

Of je wel of niet over een geplaveide weg bij de vulkaan kunt komen, vergeten we in de opwinding van het moment uit te zoeken. Wel blijkt dat we na de passage van de spoorweg overgang in Amboy zijn gearriveerd. Er is hier echt letterlijk niets te doen.

De Tom Tom krijgt nu toch Kelso op. Hij moppert niet. We rijden onder directie nu naar het Noorden. Eerst passeren we Crystal Mountain of wat er van over is. We weten het niet zeker maar het lijkt ons dat hier marmer wordt gewonnen. De halve berg is al weg. Wij komen niet veel verder dan de ingang, want een slagboom verspert ons de weg. We gaan onder de I40 door en komen in Mojave National Preserve. Staat wel een bordje bij de ingang. Nl no services. Dat betekent dat mocht je zonder brandstof eten en of drinken komt te zitten, je het zelf maar moet uitzoeken.

Na enige tijd over een werkelijk wel heel eenzame weg naderen we de Kelso Sand Dunes. Een uitgestrekt zandduinengebied. Er omheen het gebruikelijke, bosjes en zand, en dan ineens prachtig geel zand.

Dan zien we in de verte een trein naderen. De trein is sneller in en voorbij Kelso dan wij kunnen zijn. Kelso ligt midden in de woestijn en je vraagt je af waarom er daar een plaatsje ligt. Als we er zijn, dan blijkt dat het hier gaat om een station van de UP spoorlijn van Las Vegas naar Los Angeles. Hier stopten de treinen om water in te nemen. Het historische stationsgebouw is prachtig gerestaureerd. Het emplacement heeft vijf sporen. Er zijn nog een paar ruïnes zoals bv van het postkantoor. Tijdens de 2e wereldoorlog leefden hier 10.000 mensen nu nog 10 of zo. In het stationsgebouw kan je lekker lunchen.

Na een uurtje (overigens verder geen trein meer gezien) vertrekken we richting Cima. De weg daar naar toe heeft “dipjes” over een afstand van 15 miles. Bij elk dipje is er ook een onderdoorgang onder de langsgelegen spoorlijn. Er liggen ook wat campings in het gebied. Die campings moet je bereiken door onder zo’n onderdoorgang te rijden en dan verder de woestijn in. Bij elke onderdoorgang staat overigens ook een bordje “Beware of Flashfloods”.

Ineens zien we een trein stilstaan op het tracé. Vijf locomotieven en zo’n anderhalve kilometer wagons. Net als wij aankomen gaat de trein zachtjes rijden. Het duurt wel even voor die gigantische massa in beweging is.

Cima staat als plaatsje op de kaart maar bestaat voor zo ver wij kunnen zien uit een autosloperij. Vanuit Cima gaan we naar de I-15. Dat is de snelweg naar Las Vegas. Onderweg valt ons op dat er hier in de Mojave desert meer Joshua Trees staan dan in het Joshua Tree National Park.

Bij de nadering van Las Vegas doen we nog wat geocaches. Daarna rijden we over de Tropicana Ave naar ons hotel. Dat valt nog niet mee hoor. De Best Western ligt direct na de kruising links. Als je van Tropicana. Ave afkomt ga je rechtsaf richting vliegveld. Daar moet je dan even snel 5 of zo rijbanen oversteken om links in het hotel te komen. Nou ja dat wordt dan een blokje omrijden.

We sluiten de vakantie af in het HardRockHotel met een copieus diner. Gelukkig kunnen we met de courtesy van van het hotel weer terug. Lopen zouden we niet gered hebben.

 

 

© 2010 - Stef van Gasteren