Ondanks het verkeerslawaai hebben we vannacht erg goed geslapen.
De ontbijtruimte bij de Days Inn is erg klein uitgevallen.

We nemen plaats aan het tafeltje van twee al wat oudere Amerikanen.
Zij komen uit Missouri. De dame vertrouwt mij toe dat zij in maart 90 jaar is geworden.
Als zij zijn uit gegeten wensen ze ons uitgebreid een fijne dag en een veilige reis toe. Wij retourneren de wensen.
De dame komt achter ons staan en legt een hand op onze rug en fluistert in mijn oor dat ze de Heer zal bidden voor onze gezondheid.
Ik ben dankbaar en onder de indruk.

Intussen heeft voor de deur van het hotel een vrachtauto pech. Hij zit bij de oprit naar het hotel vast. De achterkant zit volledig klem op de weg.
De chauffeur lacht wel maar lijkt op Wouter die kiespijn heeft. Er is hulp onderweg.

Colorado Springs is ongeveer even druk als Denver. Als wij vertrekken is het ook nog eens ochtendspits.

Door Garmin geleid zijn we vlot op weg naar in de eerste plaats Cotopaxi.
Dit plaatsje ligt aan de Arkansas rivier. Deze rivier heeft een mooi dal uitgesleten.
We rijden dik anderhalf uur door een prachtig in de bergen uitgesleten rivierdal.
Op de rivier is het erg druk met rafters. Het is bijna file. Het is wel een leuk gezicht.
Cotopaxi is een gehucht aan de rivier. Het is wel mooi gelegen.

We hebben een paar geocaches gedaan, maar in Cotopaxi konden we niets vinden.

Bij Penrose draaien we de US 50 op, deze weg voert ons langs Canon City naar Salida.

Ook hier worden we weer getrakteerd op een interessant landschap.
We rijden gemiddeld op ongeveer 2400 meter.
Dat wil overigens niet zeggen dat je dan in bergen rijdt.
Maar het zijn wel fantastische hoogvlakten.

Ondertussen is het werkelijk prachtig weer. Strak blauwe lucht met hier en daar een klein wit wolkje. Van de buien van gisterenavond is niets meer te merken. Zo wil je het eigenlijk hebben in je vakantie.

 

Na Salida volgen we de US 285 naar Del Norte.
Deze weg voert door een enorm weidse hoogvlakte.
De vlakte wordt links en recht begrensd door interessante bergen.
Ook het Great Sand Dunes National Park zien we in de verte liggen.


De hoogvlakte wordt begraasd door veel koeien en enkele paarden. Sommige delen zijn gortdroog terwijl andere delen wel moerassig lijken.

We passeren de Poncha pass en de Wolf creek pass.
Op beide passen is er een fraai uitzicht.
Ondanks de respectabele hoogte zit je nog wel onder de boomgrens.
Die ligt hier nl behoorlijk veel hoger dan in bv de Alpen.

Via de US 160 gaan we nu op weg naar Durango.
Onderweg worden we behoorlijk opgehouden bij een plek waar met behulp van dynamiet een halve berg wordt gesloopt.

Tegen vijf uur s'middags zijn we bij Durango. Op dit tijdstip is het hier behoorlijk druk.

We rijden naar het station van de Durango-Silverton RR.
We kunnen pal voor het station parkeren.
In het winkeltje kopen we een paar kleine dingen.

Dan is het ongeveer tijd voor de trein om te arriveren.
We kiezen een leuk fotoplekje en wachten, samen met een Engelsman uit York op de trein.
Luid toeterend en bellend komt hij het station in.

De trein stopt ongeveer waar wij, de Brit en ik op hem staan te wachten.
We hebben goed kunnen filmen en fotograferen.
Dat kan echt niet beter.
Prachtig!

Ons hotel de Iron Horse Inn ligt 2 mijl buiten Durango en is een positieve verrassing.
We hebben een suite van twee verdiepingen en kijken direct op de spoorlijn.

Om de ochtend trein, morgen, te kunnen fotograferen, hoeven we niet veel te lopen.

 

 

© 2012 - Stef van Gasteren