Dag 09 Royal Natal – Giant’s Castle 2007-10-13 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
We rijden het camp af over de wel bijzonder smalle maximaal een auto brede weg. De weg is uit gevoerd als een soort tuinpad. Twee stroken betontegels met daartussen gras of kleine stenen. We komen gelukkig niemand tegen. Onze eerste bestemming is het visitors centre van het park. We hebben van de week gezien dat er een leuke winkel is. Gelukkig kunnen we hier HET vogelgidsje kopen. Kunnen we voortaan zien welke vogels ons brood opeten. De cascadesOm negen uur zijn we op de parkeerplaats waar het wandelpad naar de cascades begint. Het pad is aangelegd om het rolstoelers mogelijk te maken ook de cascades te zien. Het is een prachtig gladde betonnen baan. Het pad voert langs een rivier en aan de rechterzijde ligt in het eerste stuk de camping.
Bij de cascades aangekomen eindigt het pad wel heel abrupt. Een rolstoeler moet echt toch lopen als hij de cascades wil zien. Raar! Wij dalen het trapje af en kunnen genieten van het schouwspel dat de watervalletjes bieden. Op de terugweg krijgt Gonda een aanval van moed en mag ik haar op een gammel hangbrugje fotograferen.
Terug op de parkeerplaats zie ik een bosje veren. Zwart met witte stippen. Als ik eens goed kijk zie ik dat de eigenaar van de veren er haar ei onder verborgen heeft. Listige camouflage maar niet echt handig midden op zo’n parkeerplaats. Overigens zien we in de toiletten dat het kennelijk nodig is de wc rolhouder in een stalen kooi te sluiten. Jammer dat het nodig is.
We rijden naar de uitgang van het park. Er is zoveel inkomend verkeer dat we even moeten wachten. Gelukkig zie ik dat de agressieve verkopers van afgelopen week de moed kennelijk opgegeven hebben. Hoe het ook zij, ik kan het bruggetje nu rustig passeren. Naar Giant’s CastleDe route voert naar de R74 om dan naar Bergville te gaan. Vandaag is het zaterdag en zijn veel mensen vrij. Het ziet dan ook werkelijk zwart van de wandelaars op de weg. Allemaal fleurig gekleed en goed verzorgd. De hutjes die voor woningen door moeten gaan negeren we maar even. De mensen lijken opgewekt.
Na Bergville moet Winterton komen. Dat schiet niet op. Allerlei slakken beletten mij een behoorlijk tempo. Maar ja tijd genoeg dus. Vlak voor Winterton rijden we achterop een kleine karavaan van twee auto’s die samen wel dertig mensen aan boord hebben. Zodra ze Winterton inrijden gaan alle remmen los. De wolk mensen in de laadbak van de voorop rijdende pick-up zwabbert van links naar rechts al zwaaiend met hun armen. Het erachter rijdende busje lijkt nu ook te leven. Uit alle ramen steken wuivende armen. De mensen in de straat kijken geamuseerd toe. Ik denk dat het de plaatselijke voetbalclub is die een wedstrijd heeft gewonnen.
Na Winterton komen we op de N3 waar we vlak voor Escourt borden zien met Giant’s Castle. We volgen de aangegeven richting en rijden in no-time midden in Escourt. Volgens onze kaart moet dat niet de bedoeling zijn. Maar de borden zijn talrijk! De borden maar gevolgd. We zien ook nog een tweetal wel zeer antieke auto’s. Bij het verlaten van Escourt kijk ik eens op het horloge en zie dat het nog steeds vrij vroeg is. Op dat moment zien we bordjes naar Wagendrift recreational park. We besluiten om er een kijkje te gaan nemen. Het blijkt te gaan om een stuwmeer met strandjes en een camping. Op de camping zien we een vreemde vogel. Het beest wilde pas na heel lang praten op de foto. Als we het park weer uitrijden stoppen we bij een boom met heel bijzondere gele bloemen. PotholesOp weg nu naar de eindbestemming. Gelukkig staan op de belangrijke punten de borden naar Giant’s Castle. De hele weg zo’n 70 kilometer voert door sterk heuvelachtig gebied. Het gebied is op plaatsen erg druk met mensen en dieren die ter plaatse wonen. Gelukkig is het wel een asfalt weg, maar opschieten is er niet bij. Bij tijden zijn de rijstroken zo smal dat je wel over de middenstreep moet rijden om de wielen op de weg te houden. De beruchte “slaggate” of potholes zijn hier in alle varianten volop aanwezig. Zo tegen de tijd dat je begint te denken dat je toch maar wel beter had kunnen haasten kom je bij de ingang van het nationale park. Het Nationale ParkSommige mensen hebben echt nog nooit gehoord van service. Bij deze gate zijn het er twee. Ze laten ons in de auto wachten tot we een ons wegen hetgeen met onze posturen wel even kan duren. Binnen moet Gonda een compleet register invullen en pas dan komt er een in actie en gaat de slagboom open.
Dan ben je er denk je dan. Maar dat duurt nog wel zo’n kilometer of tien. Bij de receptie van de bungalows worden we verwacht al tracht de klerk eerst nog bij wijze van een grapje te doen alsof er iets met de boeking fout moet zijn gegaan. Als hij ziet dat de grap niet aanslaat legt uit dat het een grapje is. OK. We hebben bungalow 12. Die bungalow ziet er prachtig uit. Ook hier net als in Tendele echte luxe. Deze bungalow is wel veel nieuwer. We lopen nadat we bagage hebben uitgeladen en de auto weer geparkeerd hebben naar de winkel. Even kijken wat er te koop is. Vervolgens lopen we het terras van het restaurant op om van het uitzicht te genieten. Het is echt subliem.
In de bungalow kijken we onder het genot van een bakkie troost de ontvangen gegevens van het park door. Ondertussen breekt buiten de hel los. Zwaar onweer en hagelstenen. Maar goed dat gaat ook weer over en al snel staan we weer buiten om alvast wat van de bergen te gaan genieten. We lopen tot aan de bruidssuite en worden echt overweldigd door het uitzicht. Zulu dansersTerwijl we onze ogen de kost geven breekt er een heel kabaal los. Het zijn trommels die door de bergwanden weerkaatst heel veel herrie geven. Kom op zegt Gonda dat moet zo’n groep dansers zijn. Ik zeg nog dat het daar te nat en te koud voor is. Maar ze heeft ze al gezien ook. Even later staan we eerste rij bij de voorstelling door een groep Zulu dansers die met veel enthousiasme in de weer zijn. Afgezien van een broekje en wat schapenvelletjes aan de benen zijn ze naakt. Op het asfalt van een parkeerplaats met blote voeten een geweldige voorstelling geven. Ze komen uiteraard ook met de hoed rond en merken dat de waardering van de toeschouwers groot is. De hoed vult zich behoorlijk. Nou krijgen ze het van het dansen natuurlijk wel warm. Ze springen en zwaaien hun benen in de lucht, maar ik geef het je te doen om met slecht een lendelapje in een temperatuur van ik denk misschien wel 15 graden op een natte niet zo gladde asfalt laag je kunst te vertonen. Geweldig mooi om te zien. Ik ben enthousiast geraakt, terwijl ik eigenlijk niet van folklore houd.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
© 2007 - Stef van Gasteren |