Hope - Osoyoos

Het vertrek wordt vandaag vertraagd door een Engels echtpaar met kinderen. Zij staan met hun beslist zeer fraaie Vanguard motorhome voor ons bij de sani-dump. Nu hoeven wij vandaag niet ver en daar het vakantie is hebben we ook nauwelijks haast, maar na een half uur is het toch tijd geworden eens te gaan informeren naar de reden van het oponthoud. In de tijd dat we staan te wachten hebben we wel volop bedrijvigheid waargenomen. De afvoerslang zit aangekoppeld en met regelmaat vult de engelse mevrouw een emmer water die door de engelse meneer naar binnen wordt gebracht. De kinderen hebben dolle pret en spelen krijgertje. Bij navraag blijkt dat het afvoersysteem van de Vanguard verstopt zit. De tanks zitten vol en er komt niets de pijp uit. Ik weet ook niet direct hoe ik dit zou aanpakken.

De Engelsman besluit om ons voor te laten gaan. Hij rijdt dan een rondje over de camping en wie weet komt het dan los. Wij zijn dankbaar voor de getoonde beleefdheid en lossen de inhoud van onze tanks gelukkig probleemloos. Als we de camping afdraaien koppelt de Engelsman weer aan.

De route van vandaag brengt ons net als op de eerste reis via het Manning Provincialpark naar Princeton via de Crowsnest Highway. Vanaf Princeton zullen we vandaag doorgaan naar het sub-tropisch klimaat van Osoyoos. Overigens voor mooi weer hoeven we vandaag helemaal niet te reizen. De zon staat hoog aan de hemel en het is heerlijk weer.

Direct nadat we Hope hebben verlaten bereiken we de Hope land-slide. Nu ik er op heb gelet blijkt er een parkeerplaats annex uitzicht- en informatiepunt te zijn. Uiteraard zijn we gestopt. De borden leren ons dat de ramp die dit alles veroorzaakte plaats vond in 1956. In een nacht is toen als gevolg van een aardbeving de halve berg naar beneden gekomen. Bij dit evenement zijn doden te betreuren geweest. Ook later in dat jaar vielen hier nog doden, toen een vliegtuigje met journalisten hier neerstortte. Het ziet er allemaal behoorlijk onheilspellend uit.

Op de parkeerplaats zien we de dikste man die we ooit hebben gezien. Hij is een meter zeventig lang maar ook breed. Zijn broek die om de heupen vervaarlijk strak zit, zwabbert bij zijn enkels. Zijn hoofd kent geen nek. Wij hebben wel eens dikke mensen gezien, maar deze man moet ongelukkig zijn. Het is niet eerlijk, noch erg netjes, maar wij vragen ons af hoe dat moet met slapen ed. Zijn zwaar opgemaakte vrouw doet eigenlijk ook wat omvang betreft niet veel voor hem onder. De rest van de dag eten we wat minder dan normaal. Deze bijzondere mensen staan nog op ons netvlies.

Na passage van de west-ingang stoppen we bij de Rododendron-Flats. In een beperkt stukje bos schijnen hier de enige wilde Rododendrons van heel Canada te groeien. Men heeft met veel zorg een boardwalk aangelegd, die tussen bomen en struiken doorvoert. Uit alle informatie die via een folder en de gebruikelijke borden geboden wordt blijft een ding duister. In onze streken bloeit de Rododendron in mei. Wanneer bloeien ze hier? Langs de route zien we diverse struiken maar slechts twee bloemen. Is de tijd nu al over, of moet het hier in verband met het andere klimaat nog gaan gebeuren?

Weer even verder stoppen we bij het rangerstation. In het station is een tentoonstelling over het bos en zijn bewoners. Ook hier is weer veel aandacht voor beren. Wij hebben overigens onderweg hier naar toe gezien hoe een beer op z'n gemakje zat te eten. De adviezen van de rangers en de adviezen in de folders laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Blijf uit de buurt van wild in het algemeen en uit de buurt van beren in het bijzonder. Er is een aparte folder over beren in provinciale parken. Als ik het boekje nog eens inkijk, dan denk ik dat ik voortaan alleen nog maar veel kabaal makend een wandeling onderneem. Buiten de auto zie ik na alle informatie een beer alleen nog maar graag als de beer ver weg is.

Na de nodige haarspeldbochten, ik herinnerde me die niet meer, bereiken we de uitgang van het park. Via Sunday Summit bereiken we aldoor maar rijden door schitterend boslandschap Princeton. In deze plaats pauzeren we bij! U raadt het al, het visitor centre. Dit centre is gelegen bij de vakwerkbrug over de Similkameen River. Er staan hier informatiezuilen en bankjes langs de oever van de bruisende rivier. Binnen vraag en krijg ik alle informatie over de Kettle Valley museumspoorweg. Voor ons blijkt die spoorweg te ver uit de richting, helaas. Wellicht zijn we over een paar dagen in een betere positie.

We rijden verder, nadat we uitvoering in het motorhome hebben geluncht, in de richting van Hedley. In zuidoostelijke richting voert ons de weg op naar Richter Pass en Osoyoos. Al vlot na Princeton verandert het landschap weer dramatisch. Je hebt hier ruime dalen die onregelmatig omzoomd worden door grillige overwegend kale bergen. Er groeit hier een geel soort riet-achtig gras. Kennelijk bevinden we ons weer aan de rand van die woestijnachtige zone, waarover we het al vaker hebben gehad. Plots zie ik een koffie/ hamburger tent, waarop een levensgrote locomotief staat afgebeeld. We stoppen en keren om een en ander te bekijken. Het gaat hier om “ZIMM'S WHISTLE STOP”. Geboden wordt:-Modelrailroads-Cabin rentals-Camping-Coffee Shop-Store & Gifts-. Alles in de opgesomde volgorde van belangrijkheid. Zimm heeft ons zien komen en staat met zijn gestreepte spoorweg outfit al glimlachend op ons te wachten. We bekijken voor een dollar, zijn modelspoorbaan schaal N. Hij heeft BC rail in de groene periode na gebouwd. Omdat hij niet alleen een passie heeft voor oude Canadese treinen maar ook voor bruggen, telt zijn baan driehonderd bruggen. Hij heeft heel beroemde bruggen in zijn baan verwerkt. Heel indrukwekkend allemaal! Zimm heeft overal een prachtig verhaal bij. De geschonken koffie is ook van goede kwaliteit en het winkeltje dat door de vrouw van Zimm wordt gerund is keurig verzorgd. Al met al zijn we hier nog redelijk lang geweest. Wie verwacht dat nou!

Als ook van Zimm afscheid is genomen, komen we via Hedley uiteindelijk in Keremeos. De weg gaat nu in rap tempo richting Richter Pass. Voordat we de pass bereiken passeren we “Spotted Lake”. Het gaat hier om een flinke ven. In het water tekenen zich allemaal grote ronde donkere vlekken af. Daar het meertje particulier eigendom is, kan je er niet echt dicht bij komen. Wij stoppen gewoon op de weg en kunnen het een en ander dan behoorlijk fotograferen. Bij navraag in Osoyoos blijkt, dat de vlekken door mineralen worden gevormd.

Richter Pass, ligt globaal gezien tegenover Anarchist point en biedt dus een weer heel ander panorama van Osoyoos. De hele omgeving is prachtig in beeld. De karige grond in deze warme landstreek is goed zichtbaar. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het uitzicht vanaf de andere kant fraaier is.

We dalen af en rijden het plaatsje binnen. Door de gezellige hoofdstraat, met hanging baskets aan de lantaarnpalen, rijden we op weg naar de beoogde camping met eigen strand aan het meer. We besluiten toch nog even om te keren om de plaatselijke superstore te bezoeken, voor aanvulling van onze voorraden proviand. Daarna op naar “The Oasis” campground. Voorzien van alle luxe inclusief zwembad en besproeide grasvelden. Op de toiletten speelt beschaafde muziek. Het is 16 juni en wij hebben plaats 130. Nadat we de camping hebben verkend, en over het strand zijn gelopen, brengen we geruime tijd door in het zwembad.

Heerlijk!

‘s Avonds maken we foto's van het meer met de lampjes van Osoyoos op de achtergrond. We zien het onweer in de bergen naderen. Het komt rap onze kant op. Als we in het motorhome zijn begint het afschuwelijk te waaien. De stroom valt uit en het motorhome schudt heen en weer. Gelukkig floept het licht ook weer aan. De volgende dag zou blijken dat bij passage van het onweer een felle wind een spoor van tweehonderd meter breed heeft getrokken waarin geen tak aan de boom is blijven zitten.

Aan wilde dieren hebben we vandaag de volgende score: 1 Beer, 2 Herten en 1 Havik.

De kilometerstand is inmiddels opgelopen tot 3468 kilometer voor de trip tot nu toe.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren