Revelstoke - Ainsworth Hot Springs

Vanmorgen zijn we vanaf de camping in westelijke richting om Revelstoke gereden om bij de kruising met weg 23, voor die laatste in zuidelijke richting te kiezen. Dit deel van de tocht heb ik reeds uitvoerig beschreven in het reisverslag van 1997. Het betreft de Etappe die toen van Sicamous naar Christina Lake ging. Na de overtocht per ferry stoppen we voor de lunch bij de Ion Falls. Vandaar kiezen we voor de richting van New Denver. Onderweg zien we een bord dat ons uitnodigt de vernieuwde hot springs van Nakusp te bezoeken. Wij denken: “het is lekker weer, zullen we?” We zien twee keer een beer langs de kant van de weg. Nu het al weer een aantal dagen geleden is dat we deze dieren hebben gezien, raken we er toch weer opgewonden van. Als de wegwijzer de berg op wijst voor Nakusp Hot Springs, bedenk ik mij niet en rijd ik de aangegeven weg op. Een bord waarschuwt dat het hier een bochtige weg is. Door het bos, dan draaien en uitzicht op het Upper Arrow lake, dan draaien en uitzicht op besneeuwde bergen. Bord langs de weg met de volgende tekst: “Don't dispear, you are nearly there” en dan daaronder nog 10 kilometer. Weer draait de weg en plotseling is er helemaal geen asfalt meer. Nog een don't dispear bordje. 9 kilometer nog. Zo gaat het steeds verder, meestal bevindt de diepte zich rechts van ons, terwijl de watervallen links van ons de helling afstorten. We passeren aan het einde van het asfaltloze wegvak de wegwerkers die vriendelijk groeten. Plots zien we een kleine camping die helemaal vol staat met RV's. Als we dan onze blik naar links wenden zien we het gebouw van de hot springs. Die camping ligt erg mooi trouwens. Faciliteiten zijn er niet, maar je staat midden in het bos bovenaan een steile helling. Het is er helaas vol, anders zouden we hier voor één nacht gaan staan. Nu kiezen we voor het parkeerterrein van de badgelegenheid even verderop.

De eigenlijke Hot springs liggen veel verder in het bos. Als je wilt kun je er naar toe lopen. de badinrichting is nieuw. Het hete water uit de bronnen wordt met een leiding aangevoerd. Er zijn moderne van alle gemakken voorziene kleedruimten. Indien gewenst kan je badkleding huren. Er zijn in de buitenlucht twee baden. Het is een grote cirkel, waarvan ongeveer een kwart door een muurtje is gescheiden van de rest. Zo krijg je twee baden. Het kleine bad heeft een temperatuur van 42 ° Celsius, terwijl het grote bad altijd nog 37 ° Celsius warm is. Uiteraard zitten er heel wat mineralen in het water.

We laten ons voorzichtig in het water glijden. Wat is dat heet! Het 37 ° bad voelt na een paar minuten echt lekker en verkwikkend aan, het andere bad wordt slechts met een paar korte bezoekjes vereerd. Heerlijk, gewoon dit poedelen in dit zalig warme water. De zon doet ook nog steeds haar best en als de maximale tijd die je achtereen in het bad mag doorbrengen voorbij is, gaan we lekker zitten zonnen in een luie strandstoel. Er staan er zat en we moeten echt even bijkomen, voordat we zo meteen nog een poosje te water zullen gaan.

Ik raak in gesprek met een Amerikaan, die ergens in het midden-westen woont. Hij vertelt, dat hij al tien jaar, elk jaar naar hier komt voor de baden. Hij woont dan in het dorp en rijdt elke dag even de berg op naar hier. Volgens hem is het hier het lekkerst als er ‘s winters volop sneeuw ligt en vanuit je hete bad zo de sneeuw in kunt stappen.

Op de terugweg naar de Highway stoppen we nog bij een wel heel woeste waterval. Als we aan het fotograferen zijn wachten de twee auto's die net naar boven zijn komen rijden, wel even geduldig tot wij klaar zijn.

We volgen weg 6 tot New Denver en kiezen dan berg op voor weg 31A. Deze weg voert door woest berggebied. Diverse keren stoppen we en maken we kleine wandelingetjes. Het is hier echt heerlijk, de combinatie van boslucht met berglucht en warme zonnestralen, dat doet een mens goed.

In Kaslo aan het Kootenay Lake staat een oud houten gemeentehuis annex brandweerkazerne. Het gebouwtje stamt uit 1898. Vanaf hier volgen we de oever van het meer naar Ainsworth Hot Springs, waar een camping aan het meer met eigen marina ligt. De weg gaat met veel bochten erg op en neer. Bij elke bocht heb je een andere kijk op het meer en de besneeuwde toppen die aan de overkant in de “Purcell Wilderness Conservancy” liggen. Ook hier weer kijk je de ogen uit. Wat een pracht en praal!

Na een bocht in de weg kijken we op de camping die beneden aan het water ligt. Als we het terrein oprijden blijkt het wel een erg grote camping met veel vaste staanplaatsen en een botenopslag te zijn. In de marina liggen voornamelijk bootjes van plaatselijke vissers. Te huur is er niets. Het terrein heeft vroeger behoort tot een zilvermijn. Een oude schacht is vanaf de camping, hoog in de bergwand, te zien. Wij krijgen een plek aan de oever van het meer. We staan in een rijtje motorhomes. Onze buren ter rechterzijde zijn huizenbouwers die door de week en dan voor de duur van hun klus in een oud motorhome wonen. Het uitzicht is schitterend, de sfeer houdt niet over. Tijdens een wandeling over de camping komen we bij een kreek die hier in het meer stort. Het is een donderend geraas van grote en kleine keien die door het water worden meegevoerd het meer in.

Er komt een schoolbus aan, die voor twaalf tenten aan passagiers blijkt te bergen. Het zijn allemaal highschool kinderen die een laatst kamp hebben voordat straks de grote vakantie begint.

Een prototype Amerikaan die een grote Cadillac rijdt bekent, dat hij van oorsprong uit Duitsland komt. Zijn zuster en zwager zijn over uit Duitsland en samen met zijn eigen vrouw wordt er vakantie gevierd.

Onze kilometer stand staat inmiddels op 4048

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren