Kimberley - Banff

Toen wij vanmorgen in het centrum van Kimberley kwamen, bleken de festiviteiten met muziek en dans pas ‘s avonds plaatst te zullen vinden. Zelfs bleek er geen kans dat de muziektent ‘s middags al bezet zou worden door een Bläskapel. Tja wat heb je dan verder nog in hartje Kimberley? Nou een souvenir winkel the black forrst genaamd. De eigenaar die 40 jaar geleden naar zijn zeggen uit Duitsland naar hier is geëmigreerd, begint elke zin met een Duits woord. Als je hem in het Duits antwoord, dan trek hij wat wit weg en geeft slechts met moeite en wat stamelend antwoord. Het kan natuurlijk aan ons Duits liggen. Zijn vrouw is wat vlotter in het antwoord geven. Te koop is er van allerlei. Veel bijzonders is het niet.

Verder zijn er naast het gebruikelijke bankkantoor, een groot aantal Beierse restaurants. Je kunt daar Pizza en Bratworst eten. Dan heb je nog de muziektent en een aantal bankjes.

De hoofdattractie is de grootste koekoeksklok van Noord-Amerika. Wie dan denkt aan de grootste ter wereld in het zwarte woud bij Schonach, komt bedrogen uit. Deze is nog niet half zo groot en wat erger is het is geen koekoeksklok. Als je er namelijk een dollar in gooit, dan komt “Happy Hans”, met een bierpul naar buiten. Terwijl Hans zijn bierpul op en neer beweegt roept hij een aantal keren: “ Ha, Ha, Ha.” Net als wij besluiten dat kitsch wel leuk kan zijn maar dat er grenzen zijn, arriveert de eerste touringcar van de dag. Deze keer komen er Nederlanders uit. Sommige landgenoten moeten zo nodig op klompen de aandacht trekken. Als onze vrienden “Happy Hans” ontdekken, gaan echt alle remmen los. Er worden zelfs weer kreten geroepen over fietsen...........

Stilletjes zijn wij naar ons motorhome gelopen, hebben de motor gestart en zijn weggereden. Snel en ver weg van hier, dat lijkt het beste.

Al vlot rijden we langs een brede rivier, die bovendien snel stroomt. Op de kaart komen we er niet snel achter welke rivier dit is. Hij loopt van vlakbij Columbia Lake naar Lake Koocanusa in de US. Bij de Libby Dam wordt het dan Kootenay River en uiteindelijk stroomt het water naar het Kootenay Lake in BC en komt dan ook in de Columbia River. Wie het weet mag het zeggen. De rivier is kennelijk breder dan normaal, want ik vermoed dat de diverse eilandjes in de rivier bij laag water droog liggen. Ik bedoel dat er dan geen water meer omheen stroomt. Als we op een parkeerplaatsje stoppen voor koffie en een dosis zonneschijn, zien we een aantal picknickbanken midden in het water staan.

Vlak voor we Columbia Lake bereiken zien we de mooiste Hoodoo's die we ooit gezien hebben. Heel vreemd eigenlijk zomaar twee groepjes temidden van verder niet zo geërodeerde bergen. Gonda heeft met het zweet op haar voorhoofd vanuit de rijdende auto een werkelijk briljante foto gemaakt.

Daar waar Columbia Lake eindigt en de Columbia River Headwaters zijn, stoppen wij voor de lunch op een aangelegde picknickplaats. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht, over het meer, de Headwaters en aan de andere kant alweer de bergen van de Rocky Mountains.

Als we naar de Headwaters kijken zien we dat die aan de kant waar wij zitten omzoomt zijn door beige kleurige kale steile hellingen. Bovenop zo'n helling staan dan wel weer dennen.

Aan de voet van de kale hellingen heeft men een spoorweg aangelegd. Inmiddels heeft u allang begrepen, dat wie West-Canada of British Columbia zegt, ook spoorwegen zegt.

Nadat wij de rommel van de lunch al hebben opgeruimd en moreel al afscheid van deze plek hebben genomen, kondigt zich een trein aan. Statief en fototoestel pakken, opstellen en foto's nemen maar. Het zijn heel bijzondere plaatjes geworden. Mooie kleurcontrasten vooral.

We willen toch verder en nemen enigszins schoorvoetend, zoals zo vaak in dit land, afscheid.

Via Radium Hot Springs rijden we naar Kootenay National Park. Bij de ingang kopen we een pas voor twee dagen. Dit houdt in dat we de derde dag voor drie uur ‘s middags de Nationale Parken weer moeten hebben verlaten. Kootenay en Banff National Park gaan bij Vermillion Pass in elkaar over. Wij moeten helaas overmorgen alweer naar Calgary, dus komt dat met die parkpas goed uit zo.

Via Sinclair Canyon rijden we het park in. U zult zich uit het hoofdstuk “ Lake Louise- Banff- Radium Hot Springs ” van deel 1, nog wel herinneren wat ik toen over Sinclair Pass, de hot springs en de Kootenay Valley in het algemeen, heb geschreven. Deze keer hebben we nog veel mooier weer dan toen. Na passage van de canyon stop ik zodat de beide dames foto's kunnen nemen. Daarna zijn we na passage van Sinclair pass, weer gestopt bij het Kootenay Valley Viewpoint. Ook nu weer worden we getroffen door de uitgestrekte hellingen en de kale bergen. De vallei is veel groener dan de vorige keer. De eenzaamheid van de plek treft je.

Als we tamelijk langzaam rijdend onze weg vervolgen, roept Gonda opeens: “STOP!”. Ik gelijk in de remmen, alles wat los in het motorhome lag ligt nu in de bestuurderscabine, maar we staan midden op de weg stil. Gonda heeft een beer gezien, die in de berm van de weg zat. De Beer is even uit beeld nu. Ik mag de RV netjes in de berm zetten. En, ja hoor! Daar is die Beer weer. Het dier kijkt eens naar ons, kijkt ook nog eens verder de weg af en verdwijnt weer in het struikgewas. Even later komt onze Beer weer te voorschijn, met in haar kielzog twee cubs. Gedrieën steken zijn de weg over en verdwijnen dan in het ook daar aanwezige struikgewas. Gonda heeft het allemaal kunnen fotograferen. We zijn heel gelukkig.

Wat verder is langs de Kootenay River een picknickplaats aangelegd. We gaan daar even in de zon gezeten onze ervaring verwerken. Gelukkig zijn er daar ook mensen aan wie we het kunnen vertellen. We zien een watervalletje, over het watervalletje een bruggetje en dan weet je het wel. Mijn vrouwen gaan er op af. Als ik denk dat ik rustig kan blijven zitten, dan heb ik het mis. Een raaf, die net is komen aanvliegen, maakt mij op niet mis te verstane wijze duidelijk, dat de bank waarop ik zit van hem is. Eerst denk ik nog, kom nou! Het dier krijst en kijkt mij zo indringend aan, dat ik toch eieren voor mijn geld kies.

Een paartje, motorrijders zo te zien, hebben het knippen van zijn haar onderbroken om het schouwspel te volgen. We lachen er samen wat om. Als zij weer verder gaat hem de coupe van zijn leven te bezorgen, moet ik denken aan hetgeen ik gelezen heb over raven. Indianen beschouwen ze als zeer wijze dieren.

Onze volgende stop is bij de z.g. Paint pots. Verfpotten dus. Het betreft hier een natuurverschijnsel. Om daar te komen moet je over een hangbrug naar de overkant van de rivier. Ma _ a gaat wel de brug op, maar alleen als wij beloven niet gelijktijdig te volgen. De brug schommelt nogal, vandaar. Aan de overkant volgt een korte wandeling, waarna je in een gebiedje komt waar het water van de ene naar de ander poel vloeit. De aarde is hier gekleurd door de natuurlijke oker pigmenten die hier aan de oppervlakte komen. De oker werd vroeger door indianen gebruikt om hun gezicht te verven bij ceremoniële gelegenheden. Men reisde van ver aan. De aarde werd tot klompjes gekneed en nadat ze gedroogd waren, werd de terugreis met die klompjes in de bagage aanvaard. Later werd de oker hier commercieel gewonnen voor verfproductie over de gehele wereld. Gelukkig zijn de synthetische kleurstoffen, mooier, goedkoper en makkelijker te maken. De commercie is nu hier ver te zoeken. Soms komt het dus gewoon weer goed. Overigens, dat zou ik u helemaal vergeten te melden is het hier ook weer buitengewoon mooi. Wij vinden pootafdrukken van zowel herten als beren in de modder. Heb ik altijd gedacht dat oker, geel van kleur is, blijkt dat je ook rode oker en alle tussen tinten hebt.

Marble canyon is ons volgende hoogtepunt vandaag. Er is hier een aangelegde wandeling met boardwalks en zo langs de oevers van Marble Creek. Wat het allemaal zo bijzonder maakt is het kleurenspel. Blauw smeltwater van gletsjers, grijze kalksteen wanden en groene op de klippen groeiende planten. Daarnaast stort de Creek zich op diverse plaatsen ook nog eens met enig geweld van “Puthole” naar “Puthole”. Boven de grootste waterval staat een constante regenboog. Nou ja zolang de zon schijnt dan.

Even verder is Vermillion pass. Hier stoppen we even en terwijl we uitkijken over de rivier aan onze voeten, lees ik op een bord de volgende opwekkende tekst: U bevindt zich hier midden in de wildernis. Als wij de weg achter u niet hadden aangelegd, was het de vraag of u in staat zou zijn de bewoonde wereld te bereiken. De rivier voor u zou wel eens een onneembare hindernis kunnen blijken te zijn. Uiteindelijk zou u als u de beren overleefde wel van honger en dorst zijn omgekomen.

We worden er stil van!

Vrolijk fluitend bereiken we Tunnel Mountain Campground in Banff. De camping is weer erg bevolkt door de Elk. Nu het mooi weer is heb je van de camping af een reusachtig prachtig uitzicht.

We gaan vanavond met het transitbusje naar het centrum en doen ons bij “Wild Bill” te goed aan een biefstuk van bijzondere proporties.

Moe maar voldaan sluiten we in ons motorhome de dag af, door te gaan slapen. Morgen wordt vast erg druk.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren