Houston Denali dinsdag 2 september 2003 |
|||||||||||
TalkeetnaBij het ontwaken vandaag ziet de hemel er grauw uit. Maar optimisten als we zijn, stellen we vast dat het niet regent. De camping komt langzaam tot leven. Gisterenavond zijn er kennelijk nog twee motorhomes gearriveerd. De bewoners daarvan komen gehuld in lieslaarzen (waders genaamd) en gewapend met werphengels naar buiten. Ze lopen naar de rivier. Ze moeten waarschijnlijk hun ontbijt eerst nog vangen. Als we vertrekken is het erg rustig op de highway. Dat was gisteren wel anders. Volgens Gonda heeft dat te maken met het feit dat het gisteren Labourday was. Gelukkig moet iedereen weer werken. Hebben wij de ruimte. We zijn op weg naar Talkeetna, met de bedoeling om van daar uit een rondvlucht te maken. In Talkeetna zijn diverse bedrijven die van rondvluchten hun beroep maken, maar aangezien we een kortingsbon van Talkeetna Air Taxi hebben, zal het die maatschappij moeten worden. Die kortingsbon heb ik gisteren meegenomen uit het kantoor van de Holland America Line bij Portage Glacier. Het is gewoonte om bij de balies van hotels of reisbureaux en dergelijke een rek te hebben met folders en kortingsbonnen. Het is zeker de moeite waard om daar even op te letten. De bonnetjes die ik nu heb van Talkeetna Air Taxi geven recht op een korting van $ 15 per persoon. Maar eerst naar Talkeetna. Terwijl we gestaag vorderen, breekt de lucht steeds verder open. Op een viewpoint vlak voor Talkeetna is van Mount McKinley (Denali) desalniettemin niets te zien. Ik vrees het ergste. Overigens ter informatie van diegene die ook naar Talkeetna wil. Je moet daarvoor van de Parks Highway af de Talkeetna Spur Road op. Maar wees gerust, die is prachtig aangelegd, de weg is zelfs voorzien van fietspaden links en rechts. Bij het binnenrijden van het plaatsje valt gelijk het spoorwegstation op. Wij gaan gelijk naar het vliegveld, we willen graag vroeg vliegen, want we moeten van ons reisschema nog naar Denali National Park. Het vliegveldParkeren tussen een hoogspanningsmast en een Buick loopt goed af. Het is al aardig druk op kantoor. We krijgen te horen dat er op dit moment nog niet kan worden gevlogen. Hoe later op de dag hoe meer kans. Hoeveel tijd heeft u? Goede raad is duur, want nu ik eenmaal hier ben, wil ik ook vliegen. Maar ja, we willen als het kan wel ons schema aanhouden. Eerst maar het type vlucht bepaald, met of zonder landing op een gletsjer. Een en ander voor zover het weer meewerkt. Betaald wordt pas bij terugkomst. Je weet dan pas wat voor vlucht je hebt genoten. Klinkt goed. Onze keus valt op "basecamp + gletsjer landing". De mevrouw die ons helpt vertelt aan iedereen die het horen wil, dat de gletsjer landing de "icing on the cake" is. We bepalen een reservering voor 13.30 uur. Ik reken dat als het vliegen plm. 2 uur in beslag neemt en ik moet nog zeker drie uur rijden, dat ik dan nog net op een behoorlijke tijd in Denali kan zijn. Internetcafé en de treinWe moeten ons om 13.15 uur weer melden. Daar het motorhome niet op 110 volt is aangesloten en Gonda geen zin heeft om met een steelpannetje water te gaan knoeien, kan er geen koffie worden gezet. We besluiten naar het dorp te lopen. Vlak voor de spoorwegovergang zie we een internetcafé. Hoera, eindelijk! Wij naar binnen voor koffie (gratis) en internet (snel maar duur). Ik kan gelijk aanschuiven. Dan blijkt dat wij toch geen padvinders zijn. Die laatsten zijn nl. altijd op alles voorbereid. Wij ook, maar het lijstje met e-mail adressen ligt in het motorhome. E-mail gecheckt. Mailtje van Maca (leuk!). En verder SPAM. Even dichten we een antwoord aan Maca. En dan zenden we een zeer beknopt bericht aan allen. Dat wil zeggen aan diegenen waarvan ik het adres paraat in mijn geheugen heb. Verzenden en wat is die verbinding snel, gelijk een antwoord van de postmaster, dat hij de Kruif niet kent. Van Imaran hetzelfde. De laatste weet ik nog goed te verzinnen, maar met de Kruifjes blijft het tobben. Aan mijn webmaster op Nielsj.net verzocht aan hen mijn mail door te zenden. Terwijl ik aan het typen ben, brult de hoorn van een treinlocomotief. Wat te doen? Ik stuur Gonda er op af. Als ik enige tijd later uit ge-e-maild ben, reken ik af en ga ik ook naar buiten. Ik hoop Gonda ergens te kunnen vinden in deze rimboe. Gelukkig staat ze nog bij het spoor. De trein moet nog steeds vertrekken. Gonda neemt de video en ik de Minolta. De trein heeft daarop gewacht en zet zich in beweging. De volgende 5 minuten hebben wij het heel druk. Het was een hele lange trein. Ik heb er een video van. À propos video: "Gerrit, het apparaat klaagde al, dat het zo hard moet werken, was ie niet gewend, het watje!". Toch de lucht in In het motorhome aangekomen, het staat nog steeds bij TAT geparkeerd, lunchen we snel. Daarna sanitair en melden bij de flightdesk. Sombere gezichten alom. Alle vluchten zijn vertraagd omdat de mist in het voorterrein niet wil optrekken. Na enig wikken en wegen besluit ik roekeloos nog een half uur extra te willen spenderen. Om 14.00 uur worden we nu terug verwacht. Als ik zit te puzzelen, hoor ik een vliegtuigje starten en vervolgens niet binnen een kwartier terug komen. Dat is een goed teken. Als we ons om 14.00 uur melden is er goed nieuws. We gaan! Of het een model base-camp vlucht wordt en of de gletsjer-landing er in zit, moet tijdens de vlucht blijken. We vliegen met een De Havilland Beaver. Volgens mij zijn de jongste exemplaren van dit type vliegtuig ook al weer 30 jaar oud. Het toestel ziet er goed uit. Tom is onze piloot. Hij belooft voortdurend het woord te zullen gaan voeren. Hij begint met te vertellen dat de Beaver weliswaar een oud vliegtuig is, maar dat vliegtuigjes van dit type toch nog steeds de kern van de luchtvloot in Alaska vormen. Het vliegtuig is oud, langzaam en zuipt brandstof, maar is enorm stabiel en voorzien van bolle zg. panoramaruiten. Het is echt een ouderwets verkenningsvliegtuig. Ons voordeel is, dat we makkelijk naar buiten kunnen kijken en ook filmen en fotograferen. Bovendien heb je ruimte aan boord. In totaal zijn er vijf passagiers. Pal na het opstijgen, vliegen we boven het stroomgebied van drie rivieren. Je kunt precies volgen hoe zo'n gletsjerrivier zijn pad vormt. Ruimte genoeg. We passeren de Parks Highway, hetgeen Tom het volgende grapje ontlokt: "Dit is de meest westelijk gelegen Highway in de wereld. Als we 6000 mijl doorvliegen in westelijke richting komen we weer bij een highway. Alleen ligt die bij St Petersburg". Het gebied waarover we nu vliegen bestaat uit lage heuvels en moeras. Er wordt hier naar goud gezocht. Talkeetna is tijdens de "Goldrush"ontstaan. Tom merkt op dat de rijke goudaders in het gebied plotseling minder zijn gaan opbrengen, vanaf het moment dat de US belastingdienst zich er voor ging interesseren. De goudprijs is echter niet gestegen. Het aanbod is kennelijk niet echt gedaald. Onder ons landt een vliegtuigje bij een goudzoekersnederzetting. De Kahiltna GlacierEn dan gebeurt het! We komen bij de Kahiltna glacier! Een 45 mijl lange rivier van ijs die 3,5 mijl breed vanaf de flanken van Denali komt. Tsja, hoe moet je dat beschrijven. Om dat goed te doen heb je meer talent nodig dan ik in huis heb. We vliegen schijnbaar eindeloos tussen bergen en gletsjers door, langs en boven de lange ijsrivier. Bij bijzondere ijs- of bergformaties wordt door onze piloot nog eens een extra rondje gedraaid. De zon doet de rotsformaties glinsteren. Het wit van sneeuw en ijs benadrukt nog eens de kleurenpracht. De wereld beneden ons is absoluut een woesternij! Zoiets hebben wij nog nooit eerder gezien. IJs en bergen en nog meer ijs. Leven is hier onmogelijk! Het ijs bestaat uit banen. Elke baan is van de ander gescheiden door een strook zwart puin. Vanuit elk bergdal voegt zich een nieuwe baan bij de alreeds bestaande. In het ijs zitten plekken die op het eerste gezicht plassen met ongelooflijk blauw water lijken. In werkelijk zijn het bijzonder heldere plekken ijs. Een mooier blauw hebben wij nog nooit gezien. Eigenlijk is het zo, dat nu we dit hebben gezien, we wel naar huis kunnen. Mooier en of imposanter kan eigenlijk niet. Wat een onbedorven prachtige wereld van wit, graniet, zilver en blauw! Het is ons zelfs vergund, zij het slechts enkele tellen, om de top van Denali te zien. De berg is inmiddels bijna geheel gehuld in wolken. Op de verdere vlucht richting Ruth Glacier wordt het weer alleen slechter. Op enig moment zitten we midden in een bui ijsregen. Van een landing op de gletsjer moet worden afgezien. In plaats daarvan toont Tom aan, dat de morene van de gletsjer maar voor een dun laagje uit puin bestaat. Het werkelijk einde van de gletsjer is zelfs geheel gecamoufleerd met gras en bomen. De bomen groeien op een dun laagje aarde boven op het ijs. Her en der is er een gat in de grond en dan zie je de vele meters dikke onderliggende ijslaag. Het is teveel, te indrukwekkend om hier op te schrijven. Gonda heeft veel video opnamen en ik heb 3 rollen film vol. Dus wie wil kan komen kijken. Ik denk dat wij vandaag weer eens veel geluk hebben gehad. Want zoals gezegd op de terugweg is het weer veel slechter. Al die mensen die na ons komen? Of zij nog zullen vliegen het is de vraag. Naar Denali National park.Na de landing nemen we afscheid van onze piloot en rekenen we op kantoor af, waarna we als de wiedeweerga vertrekken. Het is inmiddels al over vieren. Nadat we een uurtje op de Parks Highway rijden door een landschap dat het beste te beschrijven is met de boektitel: "Eeuwig ruisen de bossen", valt de eerste regen. Even later hoost het. Het wordt heel donker en onherbergzaam. Gelukkig zijn er ook wel een paar ogenblikken dat het droog is. Het landschap lijkt op dat van Noord-Noorwegen. Toendra's dus. Alleen geen "Samen" met bijbehorende rendieren. Op de CD speler draait de Schotse symphonie van Mendelsohn. We passeren de ingang van het Nationale Park en kort daarna kunnen we afmeren op de camping. Gelukkig is er volop plaats. Een eerdere camping was volgeboekt en het is inmiddels wel half acht. In de receptie ligt op de tafel waar over het geld gaat de bijbel. We zijn nu in handen van christenen dus. Ik had vooraf eigenlijk het idee dat de camping gezien de naam "Rainbow Village" door hele andere mensen zou worden gerund. Je kan je vergissen! Op het uitgereikte camping reglement staat met vette letters: dat wie zich te buiten gaat aan vloeken en/of ruige taal, van de camping zal worden verwijderd. Het blijkt (volgens de mevrouw bij de receptie) dat het hier bij het park de hele dag geregend heeft. De standplaats die zij aan ons heeft toebedacht, voldoet niet. Er wordt gebouwd en de aannemer heeft een pallet met bouwmaterialen zodanig opgesteld, dat wij niet ver genoeg naar achteren kunnen rijden. Het resultaat is dat al onze kabels en slangen net een meter te kort zijn. Als we er over klagen besluit de beheerster dat ze het eerst wel eens zelf wil zien. Maar zien is geloven en dus krijgen we een ander plekje. We zijn van alles dat we vandaag hebben meegemaakt tamelijk opgewonden. Het is bovendien al betrekkelijk laat. We besluiten om de pizzeria aan de overzijde van de weg eens te testen. Het blijkt hier om een echte Nationaal Park eetzaal te gaan. Het gebouw is uit boomstammen opgetrokken. Binnen is het lekker warm. De inrichting is erg eenvoudig. Lange tafels met banken daaraan vast. De pizza's worden bij een balie besteld en betaald. Ze worden als ze klaar zijn aan tafel geserveerd. We schuiven aan bij een paar andere mensen aan een lange tafel. Ik zit volledig bekneld. Gelukkig kan ik de disgenoten zover krijgen dat ze samen met mij de bank wat van de muur af duwen. Pff, lucht. De pizza's komen tamelijk snel en smaken geweldig. Terwijl ik dit schrijf, klettert de regen op het dak. Wat zal het morgen worden? In de winkel bij de benzinepomp hebben we bier gekocht: Alaskan Amber. Een lekkernij! In verband met de temperatuur kopen we ook een flesje Jack Daniëls. Milestand: 882 Wild:
|
|||||||||||
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde © 2006 - Stef van Gasteren |