Zaterdag 21 mei 2005 Walden – Green River

Na een goede nachtrust, staan we welgemoed op. Het informatiedisplay in onze Ford geeft sinds gisterenmiddag bij het starten van de motor aan dat de olie ververst moet worden. Dit soort zaken staat in relatie tot de kilometerstand in de computer geprogrammeerd. Wij veronderstellen, dat Hertz de auto voordat ze hem aan ons meegeven, wel een servicebeurtje heeft gegeven. Maar voorzichtig als we zijn, controleren we het oliepeil. Tot ons verdriet is de olie niet alleen gitzwart, maar staat het peil ook nog eens op het minimumniveau. We gaan dus eerst maar eens bij de Shell langs. De vrouw van middelbare leeftijd bij het benzinestation, tracht ons zo goed mogelijk te helpen. Het instructieboekje komt erbij en samen komen we er achter welk type olie wij nodig hebben. We tappen ook nog twee bekers voortreffelijke koffie en gieten daarna de olie in de motor. We zien dat als we zouden hebben opgelet al dat gezoek in het instructieboekje niet nodig zou zijn geweest. Bij Ford hebben ze namelijk op de olievuldop precies de benodigde soort olie aangegeven. Zo'n liter olie moet dan wel weer even genoeg zijn. Het moet mij van het hart, dat ik van Hertz een betere service verwacht. Nu moeten wij voortdurend op het oliepeil letten en eventueel in onze tijd een olieverversingsbeurt laten uitvoeren.

Steamboat Springs

Maar goed we gaan op weg naar Steamboat Springs en komen daarmee terug op ons oorspronkelijk reisschema. We rijden over een schier oneindige weg naar het oosten. Links en rechts van de weg spotten wij (althans Gonda meestal) herten en elk. Colorado blijft ons verwennen met prachtige landschappen. Vooral de grote variatie van landschappelijk schoon scoort bij ons.

Rabbit Ears Pass

Waar weg 14 weg 40 ontmoet zien we een leuk meertje. Er staat heel eenzaam een oude Chevrolet Blazer geparkeerd. Wij nemen polshoogte. De bestuurder van de Chevy is nergens te zien. Wel zien we een overdaad aan bloemen. Alle kleuren zijn aanwezig. Ook groeien hier voor ons heel vreemd vormgegeven groene planten. De natuur is hier aan het ontwaken uit de winterslaap. Bloeien de diverse bloemen uitbundig, de bomen zijn nog overwegend kaal of slechts met heel pril groen bekleed. Verder overheerst de stilte.

Kort voor Steamboat passeren we de Rabbit Ears Pass (9426 ft) Het is hier nog volop winter. De lucht is strak blauw, de aarde besneeuwd en er waait een ijzige wind. Vanmorgen hebben we nog even gedubd wel of geen korte broek. Het is wel korte broek geworden.Daar sta je dan met je korte broek in de sneeuw. Maar wel prachtig om te zien die blote benen, maar ook het andere uitzicht.

Na een heftige afdaling komen we in Steamboat Springs. Dit blijkt een heel aardig plaatsje te zijn. Er staan hier veel erg verzorgde gebouwen die de sfeer van een “Kürort” uitstralen. We tanken hier en bezoeken het postkantoor. Op het postkantoor worden we door een wel heel service gevoelige medewerkster goed geholpen. Voorzien van wat verzamelobjecten verlaten we het postkantoor. Op de parkeerplaats in de auto schrijven we de kaarten. De laatste door ons gekochte kaarten zijn onvindbaar. De Ford barst ook van de opbergmogelijkheden. Uiteindelijk komen die kaarten te voorschijn uit een tasje dat we achterin hebben gelegd. Kijk daar hebben we in eerste instantie natuurlijk niet gekeken. Veel te veel voor de hand liggend natuurlijk.

Craig
We verlaten Steamboat en gaan middels de US 40 naar Graig. Even buiten Steamboat staan de weilanden rechts van de weg voor een belangrijk deel onder water. Door het mooie weer van de laatste dagen is er kennelijk veel sneeuw gesmolten en kan het water niet makkelijk weg. Voor de betrokken boeren zal het ongetwijfeld lastig zijn. Voor ons levert het mooie plaatjes op. Links van de weg loopt parallel daarvan de spoorweg. Als we een stilstaande trein spotten, parkeren we de auto in de berm en ga ik er met getrokken camera op af. Waarom die trein stilstaat, who knows. De deur in de neus van de locomotief staat open en de machinist staat buiten te telefoneren. Ik maak een aantal foto's. Als ik weg loop zegt een passerende boer tegen mij “er had een mooi blondje bij moeten staan hè”.

Op de kaart staat de hele route van Walden tot aan Craig aangegeven als landschappelijk mooi. Je kunt het daarmee niet oneens zijn. Het mooist vind ik de bijna oneindige variatie in het landschap. Dan weer bergen, dan weer groene velden vol bloemen, dan weer ruige gebieden met wat verdwaald struikgewas. Enfin te veel om op te noemen.

Point of interest

We hebben gemerkt, dat als hier wordt aangegeven dat er een “point of interest “ is, het dan ook de moeite waard is om te stoppen. Bij een van deze points, waar reigers en andere grote vogels nestelen, zien we geen vogels maar hoort Gonda een trein.

Ik hoor nog niets en daar we bij een soort mijn al diverse treinen gezien hebben, geloof ik haar niet echt. Maar uiteindelijk heb ik een echt lange trein getrokken door in totaal zes locomotieven kunnen fotograferen. Union Pacific en Southern Pacific locomotieven. De trein passeert op volle snelheid. Een imposant gezicht.

Maybell en Rangeley

Voorbij Craig komen we in verlaten gebied. We zijn hier in Dinosaurus leefgebied.

We reizen in de richting van het gelijknamige nationale park. We hebben overigens geen plannen het te bezoeken.

We bereiken Maybell. Het is 12.00 uur. Mijn oog valt op een restaurant. We stoppen en gaan het restaurant binnen. Het is een erg leuke zaak, waar we hartelijk worden ontvangen. We moeten als gasten van ver wel beslist het gastenboek tekenen. Uitstekend voedsel en een leuke sfeer. Volgens de eigenaren is dit het enige restaurant in de wijde omgeving. Kwestie van goed opletten dus anders moet je honger lijden. In het restaurant zit een wat lange man naar de tv te staren. Na enige tijd laat hij zien wat hij in de handen heeft. Het blijken drie olympische medailles. Van elke kleur een. De man blijkt toen hij aanzienlijk jonger was een bekende speerwerper geweest te zijn.

Na Maybell volgen wede US 40 in de richting van Blue Mountain. Het wordt nu wel erg eenzaam. De weg waar zomaar 65 mile per uur mag worden gereden, voldoet aan alle clichés over Amerikaanse wegen. Je kunt al ver van tevoren zien waarheen de weg voert. Af en toe een bocht, maar verder kaarsrecht. Het landschap is hier weer anders. We zien hele kuddes elk. Als ik bij een tussenstop iet sanitairs sta te doen springen twee konijnen op.

Bij Blue Mountain vlak bij genoemd Dinosaur Natl Park, verandert de wereld opnieuw. Eerst rijden we door een sterk geërodeerd landschap met ondiepe canyons en dan rijden we door een kaal gebied vol jaknikkers. Bij Rangeley komen we op weg 139 naar Loma.

Loma en de I-70

Douglas Pass

De 139 voert door Indianenland zoals wij dat kennen uit western films. De bergen hebben door erosie de vreemdste vormen gekregen. Plots begint de weg naar de Douglas Pass (8268 ft). Je merkt dat omdat de weg ineens steil omhoog gaat. Qua weg zou het zo een bergpas in Zwitserland kunnen zijn. Na de pas daalt het ook weer steil. Boven op de pas kan je enorm ver kijken.

Loma

Na de afdaling wordt het landschap weer vriendelijker. Weilanden en bij de boerderijen bomen. Waar we ons gisteren verbaasden over bomen op grote hoogte, hebben we er vandaag zeker op de bergen niet veel gezien. Het kan verschillen.

Daar we al vroeg in Loma zijn, zien we af van ons plan om naar Fruita te rijden voor de overnachting. In plaats daarvan besluiten we om vast over de I-70 een stuk Utah in te rijden tot Green River.

Utah

Voor Colorado rest de vaststelling, dat we aan het einde van onze reis weer terug komen en dat de kreet “Colorado the colorfull” te bescheiden is. Colorado heeft ons hart gestolen.

De I-70 voert ons in Utah door kale plateaus en de San Rafael desert. Die laatste is geen zandwoestijn. Er groeit wel het een en ander. Het geheel ziet eruit of het een oude zeebedding is. De bergen aan de rand versterken dat idee. Met borden wordt gewaarschuwd voor stofstormen. Tevens wordt aangegeven wat je geacht wordt te doen tijdens zo'n storm.

Was het in Colorado al uitgestrekt, hier is alles nog weidser. De erosie heeft van de bergen de meest bizarre vormen geboetseerd. Soms zien ze eruit als kathedralen of kastelen. Soms lijken ze door beginnende modelspoorbouwers van papier maché gemaakt te zijn. Soms hebben ze een olifantenhuid.

Een hele tijd hebben we vrij uitzicht op Mount Tomasaki (12230 ft) met zijn besneeuwde top. Buiten de auto is het inmiddels 97 graden Fahrenheit.

Bij een viewpoint heb ik het meegenomen polaroidfilter uitgetest. Ik ben zeer tevreden. En dan te bedenken dat men mij eerst erg heeft moeten overtuigen. We groeten een paar bikers. Leer, baarden en grote motoren. Bij de volgende stop is het Utah-visitors centre. De bikers zijn daar ook weer. Een van hen roept tegen zijn maat terwijl hij een glimlach heeft van oor tot oor: “watch out, those guys are following us”.

Green River

Moe, hongerig en met een bijna lege tank rijden we rond 18.00 uur Green River in. Na het tanken checken we in bij de Comfort Inn.

Dineren doen we in een restaurant aan de oever van de snel stromende Green River. Gonda treft het: ze serveren ook heilbot. Bij de maaltijd wordt een home made brood geserveerd. Na afloop krijg ik er een in een doggybag mee. Alles in een perfecte sfeer. Voor een prijs, nou daar kan onze horeca een voorbeeld aan nemen. Het enige “probleem” : geen bier. Utah staat geen alcoholhoudende versnaperingen toe.

 

Milestand: 652

Wild: elk, herten, marmotten, konijnen, squirells, porcupine en diverse zang en roofvogels

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren