Maandag 30 mei 2005 Moab-Ouray

Naar Mesa Verde National Park-Colorado

Het is vandaag memorial day. Dit is de dag waarop de USA haar gevallenen herdenkt. Dit is tevens voor (bijna) iedereen een vrije dag. Je kunt het goed merken ook. De straten zijn opvallend leeg. Ook het ontbijt in ons hotel gaat heel wat minder hectisch dan gisteren. Vandaag moet de auto weer ingepakt worden want we checken uit. Bij deze laatstgenoemde procedure lever je de kamersleutels in en krijg je de definitieve rekening ter ondertekening.

Om 08.30 uur zijn we onderweg. We moeten eerst terug naar Monticello. In die stad bij de Shell, kopen we niet alleen benzine, maar ook koffie en appelflappen. We nemen tevens onze lunch vast mee.

 

Colorado

Even ten oosten van Monticello is de grens met Colorado. Je kunt het merken ook. We rijden tussen grasvelden en akkerbouwvelden. Verder is alles toch veel groener dan in Utah gebruikelijk is. Die grens is toch een tamelijk willekeurig getrokken rechte lijn. Dus verbeeld ik het me slechts of….

We koersen richting Cortez. We komen langs gehuchten met namen als “Pleasant View” en “Yellow Jacket”. In Cortez moeten we afslaan naar weg US 160. Cortez slaapt nog lijkt het wel. Ons programma is tamelijk vol vandaag, vandaar dat we een aantal bezienswaardigheden moeten overslaan. We bewaren Canyons of the Ancient National Monument; Cutthrout Castle en Goodman point voor een volgende keer.

Mesa Verde National Park

Zo'n 16 kilometer voorbij Cortez komen we bij Mesa Verde National Park. De toegangsweg van het park, naar het visitors-centre is een heerlijke bergweg. Ik zou graag willen zeggen dat het park zijn naam eer aan doet, maar er is zoveel van het bos verbrand, dat Mesa Nero ook heel toepasselijk zou zijn.

De weg is een genot om te rijden. Haarspeldbochten, stijging, echt lekker. Als we bij de Montezuma Valley Overlook uitstappen om een kijkje te nemen, valt het ons pas op hoe koud het vandaag is. Donkere wolken en een straffe wind. Op de parkeerplaats verruilen we onze korte broek voor een lange en doen we een trui aan.

Bij het visitors-centre staat op een kaart aangegeven welke gebieden van het park in welk jaar in brand hebben gestaan. Er is nog maar een klein stukje dat niet al eens door brand is aangetast.

In Mesa Verde draait het ook eigenlijk niet om het landschap. De aandacht gaat hier uit naar de mensen die hier gewoond hebben en vooral hoe ze gewoond hebben. Dit park gaat over de wereld van de Mesa Verde people. Aan dit Indianen volk en hun beschaving wordt in het park ruim aandacht besteed.

Er zijn in hoofdzaak twee routes. Deze routes voeren langs de zogenaamde pithouses en cavedwellings. De pit-houses of pit-dwellings zijn woningen die gedeeltelijk in de grond zijn ingegraven. Meer spectaculair vinden wij de cavedwellings. Je kunt het ook cliffdwellings noemen. Ze zijn hoofdzakelijk gebouwd in grote grotten. De grootste, die nog tamelijk intact is, bevat plm. 800 kamers.

Het park heeft ooit meer dan 800 mensen gehuisvest. Er zijn in totaal 33 locaties waar mensen hebben gewoond. Gelukkig liggen de meeste van deze meer dan 1000 jaar oude cultuuruitingen zodanig onbereikbaar, dat ze vanzelf redelijk intact blijven. Helaas kan het grootste dorp: Cliff Palace, zij het onder leiding van een ranger betreden worden. Ik begrijp dat men dit om twee redenen faciliteerd.

A- zonder die mogelijkheid zijn veel Amerikanen niet in het park geïnteresseerd.

B- de zg. guided tours leveren veel van het voor onderhoud benodigde geld op.

Al met al levert een bezoek aan dit park een leuke en leerzame ervaring op. Het hele park ligt op zo'n 2500 meter hoogte. De combinatie van frisse berglucht ruisende dennen en cultuur is echt zeer de moeite waard. Een mooi reisdoel.

 

De San Juan Mountains

Durango

Om omstreeks 14.00 uur verlaten we het park en gaan naar Durango. We hopen daar de stoomtrein te zien. We weten eigenlijk wel dat die kans tamelijk klein is, omdat we veel te laat zijn voor de naar Silverton vertrekkende trein en dito te vroeg voor de aankomende trein.

Het station ligt in de historic town van Durango. Omdat het een feestdag is mogen we bij de parkeermeters bij het station gratis parkeren. Alleen eh… vertelt men ons dat pas als de kwartjes al in de meter zijn.

We lopen het station in en gaan direct door het perron op. Er staan volop van die leuke rijtuigen. Ook zien we dat er een museum is. We zijn zo brutaal en lopen het museum in. Een oude man die toezicht houdt, zegt dat we gewoon naar binnen kunnen ook al hebben we geen kaartje. Het is een heel leuk museum. Ze hebben borden; modellen; schilderijen; stationsonderdelen en nog veel meer.

Het belangrijkste zijn twee stoomlocomotieven, een locomotor en twee prachtige rijtuigen. Voor foto's is het eigenlijk te donker.

Terug op het station bezoeken we de giftshop. Dat is niet verstandig! Voorzien van modelrijtuigen en andere spoorweg gerelateerde artikelen verlaten we de tent. De afrekening van de credit kaart zien we tegemoet.

San Juan National Forest

De spoorlijn van Durango naar Silverton loopt door de San Juan Mountains, net ten westen van de Weminuche Wilderness Area. De weg die wij moeten rijden dus ook. Links en rechts liggen enorme bergen. Bij voorbeeld Mount Hesperus 13.232 ft ( bijna 4000 meter) en Sunlight Peak 14.059 ft ( meer dan 4000 meter). De weg voert tot bij Silverton over twee bergpassen. De Coalbank Pass van 10.640 ft en de Molas Pass van 10.910 ft. De weg doet zeker niet onder voor de beste paswegen in het Alpengebied. Alleen is alles hier groter en weidser. Meestal is er dan ook wel ruimte om al te steile hellingen te voorkomen. Tien procent stijging is echt veel. Haarspeldbochten bij de vleet dat wel. De toegestane maximum snelheid is meestal niet hoger dan 30 mph. Bij bochten wordt regelmatig 5 mph aangegeven. Het is een prachtige bergweg. Zelfs nu nog ligt er op bepaalde plaatsen sneeuw tot aan de weg. Voor ons als bergliefhebbers is het echt genieten geblazen. Op diverse plaatsen heb je goed zicht op de diverse toppen. Zowel de fotocamera's als de verrekijker zijn regelmatig gebruikt.

Silverton

Plots zijn we bij Silverton, dat in een dal ligt. We rijden het plaatsje in, omdat we tijdens de daling vanaf een viewpoint op grote hoogte, met de verrekijker een stoomlocomotief bij het station zien.

Silverton is een in historische stijl bewaard stadje. Allemaal heel elegante houten gebouwen. Alleen de hoofdstraat is geasfalteerd. De overige straten zijn onverhard en moeten het met platgereden modder doen.

We rijden over dirt-roads naar het station. De door ons gespotte stoomlocomotief is buitendienst. De dagelijkse trein is allang op weg naar Durango. De locomotief is nog wel zo goed onderhouden, dat wij er wat foto's aan wagen.

We kruisen nog wat door de stad en tanken daar bij een in oude stijl gehouden benzinestation datgene dat we nodig hebben. Door honger gedreven besluiten we nu snel naar Ouray te gaan.

 

Ouray

In Ouray hebben we een kamer gereserveerd. Dit omdat Silverton veel te duur is.

En ja-hoor voor we het weten draait en klimt de weg omhoog. We zitten weer midden in het hooggebergte. We zien besneeuwde hellingen, hellingen van rode aarde, bossen van berken en dennen gemengd. Het kan niet op! De weg die we nu rijden wordt de one million dollar road genoemd. Er ligt voor dat bedrag aan erts nog op de hellingen waarlangs de weg voert. We ronden Red Mountain Pass op een hoogte van 11.076ft (3322 meter). Wat is het hier ook prachtig. Een ree dreigt voor de auto te springen maar bedenkt zich net op tijd. Nu blijft het een leuke ontmoeting. Het gaat net goed.

Viel Utah op door sterk door erosie aangetaste bergen met fantastische vormen, ook is rood daar de overheersende kleur. Het rode stof zit thuis in Nederland nog in mijn wandelschoenen. In Colorado is alles veel groener, meer Europees zou je bijna zeggen. Wat ook opvalt is dat de bergen in Colorado veel minder door erosie aangetast lijken te worden. Bovendien blijf ik het vreemd vinden dat hier bergen van 300 meter of meer tot op grote hoogte een begroeiing kennen van bomen. Is het op de Schilthorn kaal. Op een pas van 3000 meter hoog in Colorado staat gewoon een bos.

Eindelijk komt Ouray in zicht. Het plaatsje ligt op een hoogte van 2700 meter in een nauw dal met hoge toppen rondom. Het plaatsje noemt zich het Zwitserland van de USA. Afgezien van het fantastische berglandschap waarin het ligt gaat dat niet op. Het is een typisch Amerikaans stadje zoals wij dat uit de film kennen. (Westerns dan hè ).

Het hotel de plaatselijke Comfort Inn is topklasse en we hebben geweldig gegeten in een zaak waar de hoed van John Wayne een van de bezienswaardigheden is.

Hoewel we voor Amerikaanse gerechten hebben gekozen, hebben we zelden zo lekker en verfijnd gegeten.

Benieuwd wat de dag van morgen zal brengen. Volgens het Weather Channel is niet erg veel goed weer te verwachten. We zien wel.

Milestand: 2750

Wild: ree, hagedis en de prachtigste vogels.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren