Dag 07 Volksrust – Royal Natal 2007-10-11 |
||||||||||||||||||||||||||||||
Het ontbijtVanmorgen vind ik Gonda toch nog terug in het grote bed. In de loop van de nacht hebben we de elektrische dekens uitgezet. We hebben heerlijk geslapen. We gaan op de afgesproken tijd naar het ontbijt. Dit wordt een heerlijk begin van de dag. Eerst vergast men ons op een schaaltje met vers gesneden vruchten waarover je zelf naar believen de yoghurt mag gieten. Eigenlijk hebben we dan al weer genoeg. Maar ja in de tussentijd is gevraagd hoe wij de toast en de eieren wensen. De eieren zijn geheel naar onze wens bereid heerlijk. Op de tweede toast smeren we nog wat jam. Daarna gaan we snel naar de kamer niet alleen om de bagage te pakken, maar ook om te voorkomen dat er nog meer eten wordt gebracht.
En route againOm twee minuten voor negen rijden wij de N11 op in de richting van Newcastle. Kort na ons vertrek nemen we de Laingsneckpass waarna we een magnifiek uitzicht hebben over het heuvelland dat tegenwoordig bekend staat als de battlefields. Hier hebben de Engels Boeren oorlogen gewoed. Ook met Shaka Zulu zijn hier de nodige veldslagen geweest. Historisch een land met veel bloed en levensverlies. Landschappelijk een lust voor het oog.
Newcastle is een industriestadje. Zoals overal in de wereld waar men geen gebrek aan ruimte heeft, is de industrie nogal willekeurig in het landschap gesmeten. Jammer maar wel begrijpelijk. Wat ik echt niet begrijp is het volgende. Her en der zijn scholen gebouwd. Dat de leerlingen waarvoor ze bestemd zijn wel erg veel verder wonen schijnt niet van belang. Door deze politiek zie je hier op en langs de wegen niet alleen geiten en koeien, maar vooral ook veel arbeiders, huisvrouwen en schoolkinderen die hele einden moeten lopen om ergens te komen waar ze moeten of willen zijn.
In de buurt van Volksrust zie je veel richtingsborden met Nederlandse namen zoals bv Utrecht. Bij Newcastle gaat dat over in voornamelijk Engelse namen. Volksrust ligt nog net in Mpumalanga Maar Newcastle is echt al Kwazulu Natal. Bij Biggarsberg passeren we weer een geweldige hoogte die zoals wij denken te hebben gelezen met de naam Biggasberg-Mkube pass is gesierd. Helemaal zeker zijn we daar niet meer over. In ieder geval weer prachtige vergezichten. Er is een reclamespreuk die zegt: “Zuid-Afrika de hele wereld in een land. Afgezien van bergen zoals de alpen hebben wij inmiddels al zoveel landschappen gezien dat we geloven dat die spreuk wel eens zou kunnen kloppen.
Bij Elandslaagte is een oorlogsmonument dat we wel willen bezoeken. We moeten daarvoor van de grote weg af en een eindje omrijden. Tijd genoeg vandaag. Helaas is de afslag al voorbij voor we het weten. Jammer maar niet erg.
LadysmithLadysmith is een druk stadje met heel veel winkels en uiteraard winkelende mensen. Op een gebouw in de hoofdstraat zien we “Tourist Information” staan. Toevallig is er ook parkeerplaats dus wij erop af. Zodra we het gebouw ingaan zien we onze fout. Dit gebouw heeft nog het meest van een instantie die iets sociaals moet regelen. Binnen zitten op de gang mensen geduldig op hun beurt te wachten. Van toeristen behalve ons zelf geen spoor. We rijden verder de hoofdstraat in. Ten eerste moeten we deze straat volgen om onze route te kunnen vervolgen, maar ook willen we eigenlijk wat boodschappen doen omdat we in Royal Natal zelf voor ons voedsel moeten zorgen. Voor een min of meer chique hotel parkeren we de auto. Niet zo zeer omdat we een supermarkt hebben ontdekt, maar meer omdat we het gemeentehuis met bijbehorend museum over het beleg van Ladysmith net zijn gepasseerd. Beiden zien er interessant uit. Voor de gebouwen is een net parkje aangelegd met daarin oude kanonnen. We steken de straat over en gaan naar de kanonnen. Ondertussen stel ik vast dat het hier op donderdag drukker is dan vroeger in de winkelstad van Utrecht. Er zijn echt drommen mensen op stap. Ze lijken allemaal te weten waar ze heen willen. Wij daarentegen voelen ons wat verloren. Het openbare toilet waarvan we gebruik maken heeft met ons zijn eerste blanke plassers. Maar ja als je nodig moet….. Krullen in Amsterdam hebben dezelfde geur. Bah.
Zonder boodschappen komen we terug bij de auto. Een meneer met een modern apparaat staat me vragend aan te kijken. Ik vraag hem of hij soms een parking attendent is. Hij begrijpt me niet. Ik vraag hem wat hij op zijn machine kan zien. Hij toont mij een tijdstip dat kan kloppen en mijn kenteken en verklaart dat hij één rand van mij krijgt. Ik schrik daar natuurlijk niet van en betaal hem. Overigens verontschuldigd hij zich dat hij zich bij aanvang van de parkeertijd niet bij mij heeft gemeld. Aardige jongen. Op zoek naar een oorlogsmonumentWe rijden het drukke centrum van Ladysmith uit en zijn al gauw buiten de stad. We hebben nog een kans op boodschappen in Bergville. Even buiten Ladysmith wijst een bord naar Platrand Wagon Hill en Caesars Camp. Een historische plek uit de oorlogen. We volgen de borden en vinden ons al gauw op een weg die deze naam niet mag hebben. Na een poosje worden de slaggate in de weg zo groot dat je er door moet. Het wordt te erg voor een normale auto. We keren. Als we de gewone weg weer bereiken zien we een visitors centre met informatie nadat u de slagvelde heb besog. Ik ben niet eens naar binnen gegaan.
We rijden verder richting Bergville. We willen het monument bij Spioenkop bezoeken. Eerst rijden we de weg op naar Spioenkop dam. Dit is een belangrijk natuurgebied, maar daar zijn we even niet in geïnteresseerd. We keren terug naar de R616 en rijden verder in onze oorspronkelijke richting. Dan zien we een bord dat ons een zandweg op wijst naar de door ons gezochte monumenten. Hoe ver het is staat er niet bij. Na zo’n zeven kilometer over een steeds slechter wordende zandweg geven wij het op.
Eenmaal terug op de normale weg bereiken we al vlot Bergville. Ik rijd het parkeerterrein van de Spar op. De parkeerregelaar van dienst kijkt wat hopeloos want het terrein is eigenlijk vol. Gelukkig gaat er net iemand weg. Met veel gezwaai word ik op die plek gedirigeerd. Wij de Spar in. Wat een geweldige grote en rijk gesorteerde winkel zeg! Van alles te koop. Met een wagentje vol boodschappen melden we ons bij de kassa. Voor weinig geld hebben we veel gekocht blijkt. Buiten de parkeerregelaar een paar rand gegeven en hem gevraagd ons even te begeleiden bij het uitparkeren. Met een glimlach van hier tot Tokio kwijt hij zich van die taak. Bij het verlaten van het parkeerterrein word ik bijna geplet door een jeep van de politie. Slechts mijn verontwaardigde blik doet hem besluiten van mijn weghelft af te gaan.
Bij de Caltex de tank laten volpompen. Terwijl de pompbediende het wisselgeld gaat regelen, gaan wij binnen even naar de flappentap. Na mijn slechte ervaring op de luchthaven waar ik met mijn pasje voor ..jawel stond, gaat het verder goed met de ATM’s. Bij terugkomst bij de auto probeert een oude vrouw wat rieten spullen aan ons te slijten. Wij willen het niet hebben. Ondertussen kijk ik eens rond hoe dat met het wisselgeld zit. Net als ik denk dat ik toch ben opgelicht komt de pompbediende met het juiste bedrag terug van de kassier.
Van Bergville rijden we over de R74 naar onze eindbestemming voor vandaag. We missen de juiste afslag en bevinden ons in no-time op 1778 meter hoogte op de Oliviershoek pass. Tja daar moeten we niet zijn. Verdwalen is wel een beetje het thema van vandaag. We keren en bereiken na enige tijd de juiste kruising. Gelukkig stellen we vast dat het niet onze schuld is dat we hier niet de eerste keer al zijn afgeslagen. Het bordje met de afstand naar het nationale park staat pas om de hoek langs de kant van de weg. Het is dan nog een best eind naar de ingang van Royal Natal National Park. Royal NatalDe weg voert vlak voor de toegang van het park langs een soort township. Na het township volgt een school. Er zijn werkelijk hele drommen scholieren op de weg. Pal voor de ingang van het park moet je over een smalle brug. De lokale prullaria verkopers hebben daar hun val voor je opgezet. Je moet er langzaam rijden al was het maar om tussen hen door te rijden. Ze bieden schreeuwend hun koopwaar aan. Ik geef beleefd aan niets te willen. Deze lieden nemen geen genoegen met nee als antwoord en lopen niet alleen met je mee de brug over, maar rennen als ik gas geef nog een eind mee.
Bij de ingang staat een security guard die verder lastigvallen voorkomt. We worden verwacht en mogen verder naar de bungalows. We passeren een rots met daarop antieke rotstekeningen en bereiken het visitors centre van het park. Binnen vertellen ze ons dat de bungalows hun eigen receptie hebben en dat ik dus verder mag. Ik koop hier de mooiste hoed ter wereld. Ik ben er echt groots mee. De hoed is alleen van suède dus moet nog behandeld worden voor ik hem met regen op kan. Maar dat is een detail. Tendele campDe weg naar de bungalows is bepaald smal en heeft op sommige plaatsen zijn beste tijd wel gehad. Wederom grote gaten in de weg. Bij een parkeerplaats waar de weg lijkt te eindigen staat bij een soort tuinpad een bordje met een tekst dat het alleen gasten van Tendele Camp is toegestaan te passeren. Het pad gaat steil omhoog. Geweldig spannend maar goed we hebben het gered en rijden naar de receptie met het vaste voornemen alleen nog over die weg te gaan rijden als we overmorgen weer verder gaan.
Het weer is inmiddels weer verslechterd. In Bergville scheen de zon en was de temperatuur wel 19 graden. Hier is het inmiddels zwaar bewolkt maar niet echt koud. Helaas hangt de bewolking te laag om de toppen van de bergen te kunnen zien. De hoofdattractie het zg Amphitheater is helemaal niet te zien. Jammer morgen beter?
Bij de receptie zie ik buiten op het bord al mijn naam staan met het nummer van onze bungalow. De formaliteiten binnen zijn snel afgehandeld. De bungalows zijn geweldig. Ze hebben een rieten dak en zijn binnen erg ruim. Er is een open haard een bankstel en een braai. Nou ja zonder dollen. De bungalows zijn gewoon luxe. Alles is aanwezig. Buiten staat een tuinbank vanwaar we bij mooi weer zo naar dat amphitheater kunnen kijken. Als we na een korte wandeling met een glaasje vanaf ons bankstel door het grote raam naar buiten zitten kijken, landen er een paar mooie vogels op ons tuinstel. Dat tuinstel staat onder een soort rieten luifel die de voortzetting van het dak van de bungalow vormt. De vogels hebben het duidelijk koud. Wij pakken een korst brood en onze camera’s en gaan aan de tuintafel zitten. Gonda strooit steeds wat stukjes brood op de tafel. Die vogels stuiven daar direct op af. Wij worden volledig genegeerd. Het is echt een prachtig schouwspel. We tellen bijzondere mussen, een soort kanarie, een soort kraaien en nog veel andere fraaie vogels. Zelfs de kudde parelhoenders bemoeit zich er mee. Het scheelt weinig of een van de kraaien eet uit Gonda’s hand.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
© 2007 - Stef van Gasteren |