Clearwater-Valemont

Een waterig zonnetje begroet ons deze morgen. Na uitvoerig toilet te hebben gemaakt hebben we lang ontbeten. Het is wat druilerig weer. We genieten van de rust en de geluiden uit de natuur. We zien wat voor ons onbekende vogels die kennelijk op de resten van ons ontbijt uit zijn. Af en toe wordt de rust verstoord door een collega reiziger die de motor start en laat warm draaien om daarna langzaam maar zeker op de steile helling af te gaan om de camping te verlaten. Het lukt ze allemaal. Er zijn collegae die zelfs op de helling achter de toiletgebouwen tot een volledige stop komen om op die wel erg ongelukkige plek te sani-dumpen. Sani-dumpen zo zijn we het legen van de vuilwater tanks gaan noemen. Op elke camping is een sani-dump en ook bij grotere tankstations kan je terecht. Al het gedoe houdt ons aangenaam bezig. Je zou bijna vergeten dat ook wij weer verder willen.

Nu hebben wij besloten vandaag niet verder te gaan dan het aan de voet van de Rockies gelegen plaatsje Valemont. Dit omdat we vinden dat we gisteren een behoorlijk lange rit hebben gemaakt, maar vooral ook omdat uit onze documentatie blijkt, dat verderop gelegen campings algauw in het “Mount Robson” gebied liggen. Mount Robson is de hoogste berg in de Canadian Rockies en als zodanig erg interessant, maar nog afgezien van het feit dat door het micro klimaat van de berg de top slechts zelden te zien is, hebben we info van een kennis van Kees dat de enige voor RV's geschikte camping in dat gebied niet aanbevelenswaard is.

Ook hebben we lang nagedacht of wij nu wel of niet naar de “Helmcken falls” in het “Wells Gray Park” zullen gaan. Clearwater is de toegangspoort voor het Wells Gray park zodoende. De aantrekkelijkheid van het gebied wordt voornamelijk gevormd door de watervallen. Wij hebben daar heel verschillende verhalen over gehoord. De een zegt meer van het zelfde, de ander zegt beslist doen. Gerry had nog een spannend verhaal over een brug tussen de twee watervallen die nog wel eens door hoogwater wordt weggeslagen. Nog dit voorjaar zouden vijf RV's dagen hebben vastgezeten. Wat ook de reden is geweest we hebben besloten de watervallen en Wells Gray park letterlijk links te laten liggen. Tijdens onze tweede reis hebben we besloten wel te gaan. We hebben toen vastgesteld dat we dat deze keer ten onrechte hebben verzuimd. Voor Kees en Sylvia is dat achteraf wel jammer. Maar goed je kan niet alles hebben in het leven en de beslissing was uiteindelijk unaniem.

Het vertrek heeft een aantal rituelen die gevolgd moeten worden om een succesvolle tour te kunnen maken. Eerst wordt in het motorhome gekeken of alles vaststaat, alle deuren en deurtjes in de vergrendeling zitten, de warmwater voorziening en de waterpomp uit zijn. Daarna wordt op het controle paneel van de afzuigkap gekeken of er nog voldoende water aan boord is en hoe de voorraad lpg erbij staat. Tevens wordt de vullingsgraad van afvalwater tank 1 (ook wel de grijze tank genoemd) en van afvalwatertank 2 (de zwarte tank genaamd, omdat deze tank de inhoud van het toilet bergt) afgelezen. Afhankelijk van deze controles besluit je dan tot aanvullen van de voorraad, respectievelijk legen van de afvalwatertanks. Er is natuurlijk een verschil in de procedure afhankelijk van de mate waarin er op de camping voorzieningen zijn. Bij een full hook-up zullen de tanks 1 en 2 leeg zijn, terwijl bij een hook-up zonder “sani” wellicht naar de dump gereden moet worden. De eventuele, van de mate van hook-up afhankelijke, aansluitingen voor water, elektriciteit en sani worden afgekoppeld en op geborgen. Van belang is, voordat de sani-slang wordt opgeborgen, deze even af te spoelen. Ook is het handig de waterslang pas af te koppen als ook de verswatertank gevuld is. Pas daarna checkt men het oliepeil van de motor en kijkt naar het niveau van de andere vloeistoffen, waarbij koelvloeistof en ruitenwisservloeistof erg belangrijk zijn. De verhuurmaatschappij adviseert overigens dit te laten doen door de bedienden van de z.g. full service tankstations. Er komen echter steeds meer self service stations. Na de controle onder de motorkap wordt de motor gestart. Deze motoren zijn schoner en “zuiniger” als ze twee tot vier minuten warm zijn gedraaid. Tijdens het warm draaien van de motor loopt men om zijn motorhome en controleert of alle luiken gesloten zijn of het trapje ingeklapt is en of alle aansluitingen losgekoppeld en correct opgeborgen zijn. Nog een heel gedoe eigenlijk. Het is verbazend hoe snel je met elkaar een efficiënte manier van werken vindt.

Steile weg op de camping af en op de kruising met de Highway 5 goed naar links en toen weer naar rechts etc gekeken naar naderend verkeer. De spits was over we konden zo links af de kruising over en de weg oprijden. Hwy 5 heet vanaf Clearwater de “South Yellowhead Highway”. Dit ter ere van een Indiaans opperhoofd die in dit gebied belangrijk is geweest. Opvallend naast zijn daden was zijn gele (blonde) haar. Er is ook een plaatsje dat naar hem genoemd Tête Jaune cache heet. Wilt u meer over deze legendarische figuur weten dan is er bij elk visitor centre wel een boekje te koop of een gratis folder te verkrijgen.

Wij passeren het visitor centre van het Wells Gray park. Heel even twijfelen we nog, maar het miezerige weer geeft de doorslag. Verder gaan wij de onbekende horizonten tegemoet. Links van de weg verheffen zich de in het park gelegen bergen, op een top ligt sneeuw. Niet duidelijk is of die sneeuw er altijd al ligt of dat het hier om pas gevallen sneeuw gaat. Azure Mountain is 2495 meter hoog. We rijden door het dal van de Thompson river. het is hier vooral erg groen en de weg is bochtig het lijkt wel op b.v. het Zwarte woud, alleen er is meer van. We passeren een klein plaatsje en vragen ons af of we hier willen wonen. Het kan altijd nog kleiner. Zo af en toe staat langs de weg een bord met daarop een naam en daaronder het woord “unincorporated”. Wat dat laatste woord precies betekend moet ik nog eens aan een expert vragen, maar ik merk op dat na een dergelijk bord altijd een verzameling van minstens toch wel vier en maximaal wel tien à vijftien huizen volgt. Wij zouden dat een gehucht noemen. Al direct na Clearwater is er een weg opbreking. In Canada worden wegopbrekingen of wegwerkzaamheden niet door verkeerslichten maar door mensen beveiligd. Aan begin en eind van een wegopbreking staat een vrouw of man, voorzien van een retroreflecterend hesje of een dergelijke degelijke regenjas. Helm op het hoofd en in de ene hand een portofoon en in de andere hand een paal met verkeersbord. Het bord heeft de vorm van het stopbord in gebruik bij nadering van een voorrangsweg waarvoor men moet stoppen. STOP staat op de ene kant terwijl de andere zijde het woord SLOW toont. De portofoon wordt gebruikt om met de man of vrouw aan de andere kant van de opbreking te kunnen overleggen over het doorlaten van verkeer. Waar je ook komt dit is de procedure, ongeacht of de opbreking 5 meter of 50 kilometer lang is. Ik vind het een goed systeem omdat het naast de ruimte voor een individuele benadering van de verkeersleiding ook diverse mensen van werk voorziet. Bovendien kan je als toerist natuurlijk ook een praatje met de beveiligingsbeambte annex verkeersregelaar maken, als je toch staat te wachten. Op die manier kregen wij ook te horen dat op het hele traject diverse werkzaamheden waren en dat voor Valemont een weg opbreking van 45 kilometer was. Even slikken, dat wel. Gewoon verder gegaan, alternatieve routes zijn er niet. Na de met de koffie gecombineerde lunch, steken we twee maal de Thompson river over. We hebben dan al diverse opbrekingen gehad. Overigens blijft het landschap voortdurend prachtig groen en bergachtig. Plots zien we als we op een hooggelegen stukje weg rijden een rookpluim boven de bossen. De dames weten zeker dat het geen brand is en daar zij als dochters van een bosbouwer toch over een zekere expertise beschikken, gaan wij over tot het raden wat voor een fabriek nou midden in de bush- bush kan bestaan. Wij zullen het snel weten. Het bord dwingt ons te stoppen. Voor ons zien we een weg waarvan het wegdek geheel verwijderd is. En dat dan zover we kunnen kijken. Dit zal die opbreking van 45 km wel zijn. Het traject is in stukken van ongeveer 5 kilometer verdeeld. Wij krijgen SLOW en mogen tussen de piket paaltjes door beginnen aan de eerste vijf kilometer. De rijbaan bestaat uit gewalste klei met een beetje split. Het is nat en glibberig. Het is de enige weg. Hoe zo u mag met het motorhome alleen op geplaveide wegen. Het kan niet anders, het moet. Dat laatste geldt ook voor de wegenbouwers. Zij moeten deze gigantische trajecten voor de winter klaar hebben. En in dit land kan de winter half oktober al hevig ingevallen zijn. Vandaar ook deze grootse aanpak. Op deze manier kan er efficiënter gewerkt worden. Na ons tweede stuk van een paar kilometer passeren we de oorzaak van de eerder geziene rookpluim. Aan de linker kant van de weg heeft men speciaal voor onderhoud aan deze weg een asfaltfabriek gebouwd. Vrachtauto's rijden af en aan. Allerlei speciale machines voor grondverzet en andere taken zien we in actie. Fascinerend dat wel. Alleen een opmerking; het besturen van de verder zo geweldig handelbare motorhome vraagt onder deze condities wel wat meer inspanning. Zo wil het voertuig op de inmiddels natte klei best glijden (5500 kg voertuig gewicht) en bovendien zit de tijdelijke rijbaan vol met kuilen en hobbels. Alles rammelt en schudt door elkaar.

Eindelijk is het over! We rijden het gedeelte op dat reeds af is. Een zucht slipt tussen mijn lippen door. Ik wis de transpiratie van mijn voorhoofd en stel de cruise control in op 90 km per uur. Gaan met die banaan.

Even later rijden we Valemont binnen. Dat wil zeggen langs de Highway staat een bord dat we er zijn. Kruising met rechts een servicestation van Petro Canada en een van Esso, terwijl de Shell links van de weg zit. De geselecteerde camping ligt links van de kruising. Mijn mede reizigers gaan de formaliteiten vervullen. Ik blaas even uit in de auto. Na enige tijd komt het drietal terug. Kees is verdrietig. De Indiaanse camping beheerster en hij accorderen niet erg. Laten we zeggen dat zij elk een ander ritme hebben. De camping die tot voorkort nog deel uitmaakte van de KOA-keten, is ruim van aanleg. Wij zetten ons mobiele huis op een ruime pull-through. Aansluiten van water en elektra. Biertje, chipje en daar zijn we dan. Het is nog vroeg in de middag en we hebben nog wel wat puf. Bovendien bij inspectie van de auto blijkt dat een van de koplampen door het geschud niet helemaal meer zo vast zit als door de fabriek waarschijnlijk voorgeschreven. Wij trekken de wandelschoenen en warme jas aan en gaan Valemont verkennen. Kunnen we gelijk wat Duct-tape kopen om die koplamp te zekeren.

Valemont blijkt toch meer voor te stellen dan door ons gedacht. Er zijn diverse goed voorziene levensmiddelenwinkels, een boeken en krantenwinkel, diverse garagebedrijven, een flink aantal lage huizen en een enorme school. Het blijkt om een regio school te gaan, waar kinderen uit de wijde omgeving les krijgen. ‘s Morgens rijden schoolbussen af en aan om de kinderen te brengen en ‘s avonds gaat alles in omgekeerde richting. Kinderen worden op deze manier af en aangevoerd over afstanden van wel 50 km. Het visitor centre is ruim voorzien van folders stickers etc. De tas van Sylvia wordt steeds dikker. Er is ook een soort uitgebreide EHBO post in de stad. Tijdens het wandelen valt op hoe ruim alles is aangelegd. Bovendien zijn alle tuinen goed verzorgd. Alleen mensen zie je buiten de winkels niet. Af en toe gromt een V8 voorbij (30 km/h). En ja hoor het geluidssignaal van de Amerikaanse diesel locomotief bereikt onze oren. Inmiddels is een ieder in het gezelschap wel al zo getraind, dat dan ook gelijk geroepen wordt: “Stef!, Treinen!”. Valemont blijkt aan het traject van de CN te liggen. Te voet is het station voor mij op dat moment te ver. Bovendien is het geen goed fotoweer, houd ik mijzelf voor. In plaats van een wandeling van minstens een driekwartier richting het spoor, besluiten we langzamerhand richting van de camping op te gaan. Volgens een plattegrond zou aan de noordwest kant van Valemont ook de trein moeten passeren en daar is bovendien een Salmon- run spot area! Geen idee wat dat laatste precies inhoudt. De zalmtrek is bovendien in het voorjaar en de zomer, in september is het feest al voorbij, maar we willen die plek toch bekijken. Na een respectabele wandeling komen we weer bij Hwy 5. Hoe ik ook tuur van de trein die luid “toeterend” door de omgeving rijdt, zie ik niets. De Salmonrun spot area, blijkt een heel charmant aangelegd parkje met banken (gelukkig) langs de oever van de rivier bij een kleine stroomversnelling. Ik denk dat daar in het voorjaar wel meer water door gaat. Op borden wordt heel wat informatie gegeven over de zalm en de gewoonte van die diersoort om terug te keren naar de plaats waar zij uit het ei is gekomen. Vlak langs de rivier is met gravel een soort lage kade aangelegd. Wij kunnen daar nu voelen hoe koud het water uit de bergen ook al weer is. Volgens wat ik op de borden lees, komen in de tijd van de zalmtrek hier beren dankbaar op hun gemakje zalm eten. Van dit parkje is het kort lopen naar de camping.

Terwijl de dames het eten gaan koken en ik een uiltje knap, gaat Kees nog even terug naar het dorp om een krant te kopen. Misschien hebben ze wel de Wallstreet journaal of zo! Wij manen hem wel voor het donker terug te zijn.

Het eten is klaar, ik ben weer wakker en verkwikt en ja daar komt Kees ook weer aan. Toch wat hijgend. Geen wallstraatjournaal maar de Vancouver SUN. Nou ja toch wat te lezen.

We hebben die avond allemaal even in de krant gekeken, vooral de huizenprijzen vonden we interessant. Na de route voor morgen besproken te hebben, zijn we met een drankje, een pinda'tje en een chipje gaan kaarten. Het is nog laat geworden voordat we de bedden opzochten.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren