Sicamous- Revelstoke-Castlegar-Christina Lake

Gelukkig is het vannacht opgehouden met regenen. Als we zijn opgestaan ontbijten we bij Carla en na het drinken van een kopje thee en het uitwisselen van wat vriendelijkheden, willen we vertrekken. Bernie wil nog graag de motorhome van binnen zien. Een rondleiding is dan gauw gedaan. Daarna vertrekken we door de familie uitgezwaaid. We gaan eerst terug richting Revelstoke om vandaar via de veerdienst het Upper Arrow Lake over te steken en naar het zuiden en de warmte en de droogte op te zoeken. Nu het weer beter is ziet het gebied waar we gisteren doorreden er ineens een stuk vriendelijker uit. Kort nadat je Sicamous verlaten hebt rijdt je volop in de bergen. De Trans Canada Highway is vanaf hier tot aan Calgary een echte bergweg. Het dal is hier niet al te breed. We passeren ook nog de “Three Valley Gap”. Dit is een hotel annex pretpark gebouwd op een plek waar drie dalen bijeen komen. Op deze plek hebben in het verleden diverse struikrovers domicilie gekozen. Voor Revelstoke slaan we rechtsaf weg 23 op. Voor ons liggen min of meer Duitse bergen, maar dan met besneeuwde toppen en eigenlijk zijn de toppen ook te spits voor de kwalificatie. Het zijn gewoon hoge bergen, maar lager en minder ruig dan de Rockies die nu achter en links van ons liggen. We rijden over een heel eenzame weg als we plots heel on-Canadees door een aantal auto's achtereen worden ingehaald. Die auto's hebben grote haast. In het bos aan de rechterzijde van de weg zijn allerlei werkzaamheden aan de gang. Als we een zijweggetje passeren komt daar een service-auto uit, die zo lijkt mij, ons ook wil inhalen. De bestuurder van de service-auto bedenkt zich en blijft achter ons. Even later sluiten we aan in de rij wachtenden van de ferry naar Galena Bay aan de overkant van het voor ons liggende Upper Arrow Lake. Als we gestopt zijn en even uitstappen om de benen te strekken, zegt de chauffeur van de service-auto tegen ons dat wij nog net geluk hebben gehad. Als ik hem vraag wat hij bedoelt, wijst hij op een blauwe steen aan de kant van de weg. Het blijkt dat als je voor die steen stilstaat, dat je nog met de ferry mee kan. Anders moet je op de volgende wachten. De overtocht duurt een half uur. Er zijn twee ferry's. Het schip van de overkant vertrekt op de zelfde tijd als het schip aan deze kant. Je moet dus minimaal een half uur wachten als je pech hebt. We mogen, voorzichtig rijd ik de ferry op. De laadplank maakt een vervelende hoek met het talud. Alles is goed gelukt wij staan als laatste op het schip. De bootsman kijkt eens en laat de service-auto ook nog oprijden. Er was nog plaats! Weer iemand blij.

Deze ferry maakt deel uit van het openbare wegen net en is derhalve geheel gratis. Het is een tamelijk groot schip, waarop naar schatting een dertigtal voertuigen, personenauto's vrachtauto's en wij zijn geladen. De overtocht gaat plm 30 minuten duren en is vooral nu het zulk mooi weer is geworden een waar genoegen. Je hebt allerlei vergezichten over het meer en de omliggende oevers en bergen. De aanduiding meer is ook wat vreemd, want eigenlijk is het een onderdeel van de Columbia river. Je kunt vanaf hier tot aan de Pacific Ocean varen. We zien dan ook sleepboten die grote pakketten boomstammen naar een voor ons onbekende bestemming slepen.

In Galena Bay aangekomen blijkt dat de weg daar vanaf de veerstoep gelijk tamelijk steil omhoog gaat. De hoek die de op- en afrij plaat van de ferry met de weg maakt is vrij scherp. Iedereen rijdt voorzichtig de ferry af. Desondanks veroorzaken diverse auto's toch een luide bons op het moment dat de achterwielen de ferry verlaten. Onze motorhome heeft een flinke overhang aan de achterkant. Ik ben benieuwd of wij nog iets zullen merken. En ja hoor! Een geweldige klap begeleidt ons, als we het schip verlaten. Sylvia heeft buiten staan kijken en weet bij binnenkomst te melden, dat de gemonteerde trekstangbevestiging de op- en afrij plaat heeft aangetikt. We kunnen gewoon verder. Neemt u ook ooit die ferry, rijdt er dan extreem voorzichtig vanaf. De weg naar boven zag er steiler uit dan hij in werkelijkheid is. Het blijft wel een lange flink stijgende helling. Als je achterom kijkt heb je een prachtig overzicht op de aanleg plaats van de ferry. Wij rijden een poosje tussen hoge bomen. De weg wordt vlak en gelijk staat een picknick plaats annex viewpoint aangegeven. Als we daar stoppen, blijkt dat de nabij gelegen gemeente deze plek heeft aangelegd omdat je vanhier een eerste klas uitzicht hebt op een fraaie waterval. De waterval is van het type dat met enige fantasie een bruidssluier vormt. De waterval heet dan natuurlijk ook “ Bridall Fall”. Hoe kan het anders. Als je de weg oversteekt heb je een weids uitzicht over de bossen en hellingen van “Monashee Provincial Park” terwijl ook “Mount Odin” 2972 meter, zich fraai in het zonlicht aan ons toont. We vervolgen onze weg eerst naar Nakusp om daarna af te buigen naar New Denver. Tot aan Nakusp rijden we langs de oever van het Upper Arrow Lake. Wij rijden op een hoog gelegen weg en vangen regelmatig glimpen op van het meer. Af en toe zie je er meer van. De weg naar New Denver voert ons tussen beboste hellingen door naar “Slocan Lake” Als we New Denver gepasseerd zijn, stoppen we op een wonderschoon gelegen uitzichtpunt. Van hier uit heb je vrij zicht op het meer en het op de andere oever gelegen “Valhalla Provincial Park”. Recht tegenover ons ligt in het park een lodge. Deze lodge is voor liefhebbers te bereiken, maar dan alleen per kano. Het park heeft geen enkele wegverbinding met de bewoonde wereld. Vanuit de lodge kan je “ hikes” maken door de wildernis. Voor de liefhebber onder een hike verstaat men eigenlijk elke wandeling, zowel die van vijf minuten als die welke enige weken in beslag neemt. Even terug naar het uitzichtpunt. Beschrijven van hetgeen je ziet op deze plek is moeilijk. Het meer is diep blauw met bijna zilveren plekken, de bergen groen tot zwart en op diverse plaatsen onderbroken door rotsen. Het geheel is totaal verlaten. Het is zo stil dat je de spreekwoordelijke speld ...... Jawel echt! Wij hebben nog een flinke tijd zitten genieten.

Nadat we het plaatsje Slocan hebben gepasseerd, wordt het meer de “Slocan River”. Het wordt wat drukker op de weg want we naderen Castlegar. Bij deze plaats komen we ook weer bij het Upper Arrow Lake, dat dan inmiddels “Lower Arrow Lake” heet. In Castlegar doen wij onze ravitaillering. Alle voorraden in de koelkast behoeven dringend aanvulling. Ook onze benzinetank kan wel wat aanvulling gebruiken. Bij het benzine station tanken we weer eens 120 liter regular unleaded en kopen we tevens een voorraad ruitensproeier vloeistof. Nadat we de boodschappen hebben gedaan begint het gezoek in de folders naar een plaats om voor een nacht te kamperen. In het uiterste geval kunnen we doorrijden naar Osoyoos. Maar gelukkig vinden we nog iets heel speciaals. We gaan naar “Christina Lake” en kamperen op de camping met de fraaie naam Lake side resort. Het was nog lastig te vinden, eigenlijk waren we er al aan voorbij gereden, maar gelukkig konden we via een soort parallelweg weer terug. Als we die camping op willen, blijkt het voor de directie etenstijd te zijn. De slagboom gaat open met de kreet: “ zoek maar een plaats, ik kom straks bij u”. Voor ons ligt een tiptop verzorgd bijna verlaten park, met ruime plaatsen en prachtige houten gebouwen in landhuisstijl. Als wij na de gebruikelijke rituelen een verkennende wandeling maken, zien we, naast een aantal permanent geplaatste bungalows op wielen, nog twee campeerders zoals wij. Dat is alles. Het resort ligt aan het meer. Er is een jachthaven en een strand. Het meer is prachtig blauw. Uit de verstrekte folder blijkt dat dit meer gemiddeld de hoogste water temperatuur heeft van de meren in het zuiden van Canada. Ik denk dat het in juli en augustus hier best druk is. Ik denk ook, dat als je van zwemmen en watersport houdt, dit een goed adres is. U moet zich wel realiseren, dat buiten wat het meer en het resort te bieden hebben er niet veel te doen is in de directe omgeving. Dit is dan wel de directe omgeving naar Nederlandse maatstaven. Canadezen nemen zulke dingen wat ruimer. Wij hebben te voet de directe omgeving verkend. We hadden niet veel tijd want het werd al donker. Buiten een benzinestation met winkeltje geen sporen van menselijke bewoning buiten het resort gevonden.

Nadat een ieder de douchefaciliteiten uitvoerig heeft gebruikt. Je kon tijdens het douchen zingen en je armen uitslaan, terwijl aan de straal warm water geen eind komt. Hebben we de voortzetting van de trip besproken. De Rocky Mountains hebben we nu “gehad” nog te gaan zijn de “Okanagan Valley”, de “Coastal Ranges” en “Vancouver Island”. Vanaf het punt waar we nu zijn, liggen veel routes binnen ons bereik. Mijn voorstel om een dagje te blijven en wat te zwemmen en met een bootje te varen, vind men wel aantrekkelijk, maar red het niet gezien de reeds eerder gedane constatering dat we tijd tekort komen.

Morgen gaan we in ieder geval eerst naar Osoyoos en dan de Okanagan in. We zullen proberen ergens bij Kelowna een overnachting te maken.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren