Oyama - Kamloops - Lillooet |
Na het ontwaken valt ons op dat het hier net zo als op al die plaatsen waar we overnacht hebben, zo heerlijk rustig is terwijl vaak toch een relatief drukke weg dicht langs zo'n camping loopt. Als je in het zonnetje buiten stapt, zingen diverse vogels het hoogste lied. Het meer waar we aan staan, een van de twee waar we tussen staan (between the Lakes heet de camping immers), is rimpelloos. Er drijven een paar houseboats loom aan een boei. De eenden die zijn alweer druk, met al snaterend het ontbijt bij elkaar te verzamelen. Wij volgen het voorbeeld en eten buiten in het zonnetje onze boterhammen met jam en kaas. Via weg 97 onze reis voortgezet. Okanagan Lake ligt nu links van de weg. De eerstvolgende plaats van enige betekenis is Vernon. Als je na Vernon deze weg blijft volgen kom je vanzelf weer in Sicamous. En hoewel we van die plaats en haar omgeving niet veel hebben gezien door de vrijwel continue zondvloed die ons die dagen begeleidde, willen we toch wat anders. Even voorbij Vernon buigt weg 97 linksaf , rechtdoor heet dan 97A/B, naar Kamloops. De weg voert langs het Okanagan Indian Reservation. De bergen zijn hier wat kaler en de kleur van de grond krijgt meer de tint van zand. Het groen wordt echt minder. Vorige keer toen we Kamloops bezochten is ons dat niet opgevallen. Het dal waardoor we toen reden was groen en vochtig terwijl er grote meren lagen. Grote verschillen op relatief kleine afstanden. In Kamloops de gebruikelijke inkopen gedaan en ook de tank van de auto boordevol laten tanken, omdat het plan is naar Lillooet te gaan. Sylvia vertelde dat zij van kennissen had gehoord dat je dan vanaf Cache Creek over wel zeer afgelegen wegen komt te rijden. En u heeft dat inmiddels al lang begrepen, van ons mag het wel spannend, maar niet te. Overdreven risico's zullen wij niet nemen. We zijn ons overigens hier in Kamloops wel te buiten gegaan aan een Canadees ijsje. We hebben na de koude in de Rockies en het Natte van de Shushwap nu al weer een paar dagen gewoon de zomer in ons hoofd. We vinden nog steeds wel dat we er goed aan hebben gedaan eerst het gebergte te bezoeken en daarna pas deze meer westelijk gelegen warmere streken. Andersom was waarschijnlijk harder aangekomen. Kamloops voorbij naar het westen via nog steeds weg 97. Een erg groot langgerekt meer toont zich aan onze rechterzijde. We rijden er nu alweer enige tijd langs. En of dat nu komt doordat het september is, of omdat we hier toch weer te maken hebben met de noordgrens van de West-Amerikaanse woestijn gordel, het landschap wordt steeds meer zandkleurig. Geelbruinige grassen, dorre struiken, onderbroken door groene naaldbomen. Heel bijzonder om te zien. Het is begroeid maar tegelijk dor. Zonnetje erboven met een strak blauwe lucht en ik waan me weer in Arizona. De vergelijking gaat wel een beetje mank, maar als we later de foto's zien krijgen we dat gevoel toch weer. Ongeveer ter hoogte van Savona heeft men op een punt waar de weg flink boven het meer gestegen is een uitzichtspunt met picknick area aangelegd. Aangezien we van het uitzicht wel even willen genieten en bovendien de klok aangeeft dat het lunchtijd is, stoppen we daar. Op informatieborden wordt aangegeven dat het hier altijd al dor is geweest. Een periode in de tweede helft van de 19e eeuw is hier sprake geweest van grote bloei. De huidige dorre valleien werden toen ten behoeve van de landbouw geïrrigeerd. Er werd hier goed geboert. Gedurende de eerste wereldoorlog is het verval ingetreden omdat veel mannen de wapens opnamen en naar Europa werden gestuurd. Het bleek niet mogelijk met het handjevol overgeblevenen het irrigatie systeem in stand te houden. De aanleiding is best wel triest, maar voor toeristen zoals wij is de huidige staat waarin de natuur zich bevindt veel interessanter dan een kunstmatig groen gebied ooit zal kunnen zijn. We nemen een picknickbank met vrij uitzicht op het meer en zowel de oever aan deze als aan gene zijde van het meer. Mijn geoefend oog heeft dan allang gezien dat er zowel aan de overkant als aan deze kant spoorlijnen lopen. Camera in de aanslag! Die sporen liggen er niet voor het mooi. Als ik van mijn tweede broodje zit te smullen hoor ik trein geluiden. Nadat vier paar ogen goed hebben staan turen zien we heel in de verte vanuit de richting Kamloops aan de overzijde van het meer een trein komen. Als die trein na een twintig minuten recht tegenover ons rijdt stellen we ( we zijn inmiddels alle vier deskundig nietwaar?) vast dat het een trein van CN is. Deze trein en ook de volgende, die na het passeren van deze na enige tijd van de andere kant komt, staan goed op foto en video. Op het CP rail traject op onze oever is vandaag geen verkeer. Als u vaststelt dat we nogal lang zijn blijven staan op deze plek, dan heeft u gelijk. Het is een heel bijzondere plek. Zelfs als je niet in treinen geïnteresseerd bent, zal het bijzondere uitzicht u in zijn ban houden. Groot meer, bergen en het bijzonder gekleurde en vorm gegeven landschap zijn van buitengewone schoonheid. Als we doorrijden richting Cache Creek, dan eindigt het meer abrupt en stroomt vanuit haar de Thompson river. Het landschap blijft zoals beschreven bij Kamloops Lake. Het wint hooguit nog aan bizarre schoonheid omdat de vallei wat breder wordt. Her en der probeert iets groens zich staande te houden. Van dennen is allang geen sprake meer. Een bord waarschuwt voor “ Dangerous crosswinds”. De auto schudt inderdaad af en toe wel wat. Als we er bij een volgende stop even uitgaan, blijken we overvallen te worden door een warme felle wind. Het uitzicht over de Thompson river is enorm spannend. Het is hier al een grote rivier, die desondanks af en toe in het landschap lijkt te verdwijnen. Waarschijnlijk zijn de oevers dan hoog. Van waar wij rijden ligt de rivier behoorlijk ver weg en ziet de vallei eruit als een kleine hoogvlakte waarin een geul is geslepen door de rivier. Cache Creek dient zich aan. Wij moeten daar eerst de weg naar het noorden en 100 Miles house nemen, om dan naar het westen af te slaan richting Lillooet. Cache Creek is voor ons op dit moment niet meer dan een klein plaatsje in de middel of no where aan een kruising van wegen gelegen. We gaan richting 100 Miles house. Dit plaatsje ontleent haar naam aan het feit dat het 100 mile vanaf Lillooet is gelegen. Dat laatste oord moet dus ooit belangrijk zijn geweest. Aan de huidige bereikbaarheid van Lillooet zou je dat niet zeggen, want behalve via een spoorlijn die van North Vancouver loopt naar Prince George, is de plaats alleen via secundaire wegen te bereiken. Enige kilometers ten noorden van Cache Creek, draaien we zo'n weg op. Door absolute verlatenheid en langs Marble canyon Provincial park draait de weg met grote bochten in de richting van het punt waar hij de Fraser river en de eerder beschreven spoorlijn bereikt. Je waant je echt in de wildernis! De Fraser is hier al woest en heeft zijn eigen canyon uitgeslepen. De Spoorlijn is wat hoger tegen de kale bergen aangeplakt. Dor gras onderbroken door kleine groepjes sparren en kale stukken zandsteen, vormen tezamen met een incidentele aardverschuiving het desolate beeld. Je kunt hier wat mij betreft zo een “Indiana Jones” film opnemen. Een stukje verder komt de spoorlijn op het niveau van de weg en nog weer later gaat de weg over de spoorlijn. De spoorlijn verdwijnt achter een berg om even later weer hoog boven de weg te voorschijn te komen. Al die tijd ligt recht naast je de canyon van de Fraser. De rivier vervolgt diep onderin die canyon ongenaakbaar zijn weg. Op een punt gekomen waar de Fraser een scherpe bocht met geweld neemt en waar in de spoorweg een tunneltje ligt besluiten we te stoppen voor thee en het genieten van de ruigte. Soms zijn de goden iemand bijzonder welgezind. Want al op het punt waar weg en spoorweg elkaar kruisten kon een trein van British Columbia rail worden gefilmd, op het punt waar we nu staan moet die trein langskomen, dat kan niet anders. Het tunneltje wordt dan ineens fotogeniek. Als wij al een poosje staan te wachten komen er meer motorhomes dezelfde weg af. Daar niemand enige kuddegeest vreemd is, stoppen die ook daar waar wij staan. Op een gegeven moment staan we met vier motorhomes en twee personenauto's te genieten van het uitzicht en op de trein te wachten. Als die trein dan eindelijk komt, werkt ons enthousiasme aanstekelijk en staan we met zijn allen te fotograferen enz. De drukte lost zich na het passeren van de trein weer snel op, zodat we alle schoonheid weer even voor ons zelf hebben. Na nog een tunneltje te hebben genomen bereiken we Lillooet. Dat wil zeggen we zien de plaats aan de overzijde van de Fraser liggen. Tussen ons en het stadje ligt diep onder ons de Fraser. Twee bruggen overspannen de rivier. Ze doen dat op hoog niveau. Aan de overzijde van de door ons te nemen brug kan je kiezen rechtsaf en naar boven naar de plaats zelf of rechtuit over de “Old Duffy Lake road” verder naar het westen de Coastal Ranges in of links af naar beneden, waar aan de oever van de Fraser een camping ligt. Wij kiezen voor het laatste. Als we het water hebben aangesloten, maken we een wandeling langs de oever van de rivier. Er ligt hier allemaal grind. Het ziet er naar uit dat als in het voorjaar de sneeuw smelt, de helft of mogelijk de gehele camping in de rivier ligt. Van de hoog gelegen weg en het dito stadje merk je hier niets. We nemen het ietwat overmoedige besluit dat je niet in Lillooet geweest kunt zijn zonder het te bezoeken. Ergo gaan we te voet, onderwijl een appeltje etend naar de city. Er is langs de weg zelfs een soort van voetpad. Het is nog een flinke klim. Eenmaal bovengekomen zien we na passage van het station, een typisch Amerikaans stadje met een High school een honkbalveld en een onvermijdelijk War Memorial. Ook de plaatselijke mounties geven acte de présence. Er zijn een paar winkels en een kerk. De meerderheid van de bevolking maakt een indiaanse indruk. Waarom dit een belangrijke plaats is of is geweest ontgaat ons. Eenmaal terug op de camping, het is dan al donker en gelijk een stuk frisser, haalt Sylvia een foldertje waaruit duidelijk wordt, dat Lillooet vroeger een centrum van goudwinning was. Tegenwoordig is het de centrale plaats voor de omliggende gemeenschappen. Toerisme is hier thans ook belangrijk. Je kunt goldpannen, wildwater varen en paardrijden. Dat paardrijden gebeurt vanaf in de omliggende bergen gelegen ranches. Er worden meerdaagse ritten georganiseerd door de wildernis. Wel goed kunnen rijden s.v.p.
|
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde © 2006 - Stef van Gasteren |