Squamish - Ferry - Nanaimo - Tofino Bay |
De waarschuwing over de wegwerkzaamheden waarbij de gehele weg gedurende een aantal uren zal worden afgezet is niet aan dove mans oren gericht. In ons motorhome is het dan ook vroeg reveille op deze zonnige dag. Met enige voortvarendheid hebben wij om 07.00 uur de camping reeds verlaten en rijden over weg 99 naar Horse Shoe Bay om aldaar de vroege ferry naar Nanaimo op Vancouver Island te nemen. Het is op dit vroege uur lekker rustig op deze weg waar gisteren nog iedereen met grote haast richting huis en werk moest, nu is daar op deze vroege maandagmorgen niets van te merken. We passeren Britannia Beach. Hier is het British Columbia Museum of Mining gevestigd. Van de weg af is het verwerkingsgebouw van de oude mijn goed zichtbaar. Ook een op het terrein opgestelde ertstruck van enorme afmetingen kan je niet missen. Op dit punt komt ook de spoorlijn van BC rail die vanaf Squamish tot aan North Vancouver langs de kust loopt in zicht. In het seizoen van mei tot en met augustus wordt op dit traject met stoom en met historische diesels gereden. In Horse Shoe Bay het plaatsje dat naar de baai waaraan het ligt is genaamd, inchecken voor de Ferry naar Nanaimo. In tegenstelling tot de ferry's in het binnenland van BC, maken deze geen deel uit van het openbare wegennet en moet er een realistische prijs voor de overtocht worden betaald. Van te voren hebben wij met de folder in de hand gepoogd uit te rekenen wat het ons zou gaan kosten. Veel te veel regeltjes. De man bij het loket vraagt slechts, hoelang het motorhome is en met hoevelen wij zijn. Ons antwoord doet hem de wenkbrauwen fronzen. Vierentwintig voet voor dit voertuig lijkt hem wat kort. Wij houden voet bij stuk en daar hij geen zin heeft om een en ander na te meten, krijgen we het ticket samen met een rode waarschuwingsstrook om aan de gastank te bevestigen. Die gastank (LPG) dient afgesloten te worden. We kunnen met de boot van 0800 uur mee. De schepen van BC ferry's, zijn van het roll-on and roll-off type en beschikken over diverse dekken voor auto's en passagiers. Het aan boord rijden van de auto is simpel. Je moet wel goed de aanwijzingen van het personeel in acht nemen. Zij loodsen je op de goede plek. Na enig gerommel kan de motor uit en moeten we het voertuig verlaten, of we nu willen of niet. Uiteraard willen we wel, want je gaat niet anderhalf uur in een donker ruim zitten. Het schip beschikt over diverse restaurants, winkels en lounges. Ook op de buitendekken zijn voldoende zitplaatsen aanwezig. Na enig gemanoeuvreer in de Horse Shoe Bay, varen we de Strait of Georgia in. Het schip is blauw met wit, de zee is blauw en lichtblauw en de lucht is helder blauw. Wat een diversiteit aan kleuren blauw! Achter ons de bergen van de Coast Mountains en voor ons de zee met aan de einder heel flauw al zichtbaar de bergen van de Beaufort Range op Vancouver Island. Deze overtocht naar Nanaimo gaat direct over open water. De overtocht van Victoria naar Tsawwassen voert veel meer tussen eilanden door. De overtocht die wij nu hebben duurt wat langer, maar omdat wij vandaag nog de westkust van Vancouver Island bij Tofino willen bereiken, scheelt het ons heel wat kilometers. We hebben wat gedronken en gegeten, maar hoofdzakelijk hebben we ons vergaapt aan de schoonheid van de zeestraat waarover we varen. Het is een prima dag om op zee te zijn. Er staat een frisse wind, maar de zon voelt het toch lekker aan. Veel van de passagiers aan boord zijn vaste klanten, die maken zich niet zo druk om uitzicht en dergelijke. Er zijn er die op het bovendek in de zon gaan liggen, terwijl anderen nog gauw wat drank inkopen. Het is overigens best druk op het schip. Het bergland van Vancouver Island komt steeds duidelijker in zicht. Sylvia heeft al wat verhalen over wat je op het eiland mag verwachten. Dat slechts 10% van het eiland bewoond is weet zij ons te vertellen. De rest is wildernis of nationaal park. Desondanks wonen er nog een best flink aantal mensen. Het exacte aantal is mij ontschoten. Ik vind het ook niet belangrijk genoeg om het uit te zoeken. We naderen de haven van Nanaimo en krijgen een boarding call. We moeten de auto weer opzoeken. Welk dek stond ie ook al weer? Na enig gezoek ons huis op wielen gevonden. Wij er weer in. Motoren mogen pas gestart worden nadat is afgemeerd. Er zijn wat haastige lieden die toch al starten. Het personeel van de ferry heeft daar ernstig bezwaar tegen. Die motoren gaan ook weer uit. De procedure is dat als de boegdeuren open gaan, eerst de op het schip aanwezige autobussen startvergunning krijgen. Die kunnen dan hun diesel motoren al wat opwarmen. Bussen en vrachtauto's staan meestal in de middelste rijen opgesteld. Als dan het schip vast afgemeerd is en de op- en afrij bruggen zijn neergelaten en gezekerd, mogen die bussen als eerste het schip verlaten. Vaak staan in de zelfde rijen ook eventuele vrachtauto's die dan ook gelijk mogen volgen. De rest van de voertuigen verlaat strikt volgens aanwijzingen van het personeel het schip. Ook wij hebben het schip weer vlot verlaten. Persoonlijk heb ik iets tegen het met een auto aan boord van een schip zijn. Mijn aversie tegen veerboten heeft mij ook altijd van Texel weggehouden. Hier in Canada heb ik van mijn aversie weinig staande kunnen houden. Ten eerste je moet wel varen, anders mis je nogal wat en ten tweede gaat alles dermate geroutineerd, dat ik niet verder word gehinderd door mijn normaal wel aanwezige tegenzin. Toch Texel ook maar eens proberen na deze positieve ervaringen. Goed wij dus van dat schip af en zoals normaal voor een auto over de weg de haven uit. Je kunt al gelijk kiezen, dwars door de stad of de autoweg op. Kees en Sylvia die vaker op Vancouver Island zijn geweest, zijn verbaasd over de keuze mogelijkheid, want die was er tijdens eerdere bezoeken nog niet. Zij kiezen voor de autoweg, want Nanaimo is gewoon een grote drukke stad en het lijkt comfortabeler om er omheen te rijden, te meer daar wij geen plannen hebben iets speciaals in die stad te bezoeken. Wij gaan in de richting van Port Alberni. Kort voor Parksville buigen we links af weg 4 op. Na enige tijd komen we bij Port Alberni en zo als de naam al doet vermoeden, is dit een havenplaats. Nu ligt de plaats hemelsbreed ongeveer 50 kilometer van de oostkust van het eiland. Port Alberni is echter een havenplaats van de westkust. De westkust ligt echter hemelsbreed ruim 70 kilometer van de plaats. Port Alberni is middels de Alberni Inlet met de Pacific Ocean verbonden. Wie meer wil weten over de historie die leze het al eerder gememoreerde reisboekje van Lannoo. Wij vinden de plaats zelf niet erg boeiend, in ieder geval rijden we gewoon verder naar Sproat Lake. Ten westen van Port Alberni ligt de Mackenzie range. De bergen hier worden maar door een echte weg doorkruist en dat is de weg 4 naar Tofino. Kort na Port Alberni ligt Sproat Lake aan de linker kant van de weg. In de omgeving wordt veel bosbouw bedreven. de licentie is in handen van Forest Industries Ltd. Deze firma heeft een dochter voor de bosbrand bestrijding. Deze firma Forest Industries Flying Tankers Ltd genaamd, exploiteert een viertal grote viermotorige vliegboten van het type Martin Mars, dat verder in de wereld niet wordt gebruikt. Wij hopen een glimp of mogelijk meer op te vangen. Helaas. De lunch pauze houden wij op een naast de weg gelegen parkeerplaats enz. We worden gezelschap gehouden door diverse Blue Jays. De Blue Jay is de Noord Amerikaanse versie van de Vlaamse Gaai. De Blue Jay is zo als de naam al zegt blauw van kleur en heeft een parmantig kuifje op de kop. Als je er voor het eerst een ziet, dan grijp je onmiddellijk je camera. Het is in deze streken echter een algemeen voorkomende vogel. Dat laatste feit maakt hem niet minder mooi natuurlijk. Weg 4 gaat nogal op en neer, relatief korte hellingen van 18 % zijn heel gewoon. De weg voert door een heel eenzaam en verlaten aandoend landschap van voornamelijk bergen en bergen en bossen en nog eens bossen. Na een flinke tijd bergje op en af met de nodige haarspeldjes en korte draaien bereiken we een splitsing alwaar men moet kiezen: linksaf naar Ucluelet, of rechtsaf richting Long Beach en Tofino. Wij gaan rechtsaf en stellen vast dat we de westkust hebben bereikt. In de herinnering van Kees en Sylvia zag het door ons afgelegde traject er heel anders uit. Langer, uitgestrekter en vooral ook minder op en neer. Long Beach is een uitgestrekt zandstrand aan de Pacific Ocean. Het gehele strand/kust gebied is Provincial Park, waarvoor entree moet worden betaald. Wij willen snel even een kijkje nemen en wat zout snuiven om daarna een camping te gaan zoeken. Morgen willen we alles uitgebreid bezoeken. In verband met voorstaande begeven wij ons geheel illegaal zonder toegangsbewijs toch even op het strand. Inderdaad zo ver het oog reikt een heel breed zandstrand, waarop rollers bruisend uiteen spatten. Na even het hart opgehaald te hebben klimmen we het motorhome in en zoeken een camping. Wij vinden Crystal Cove Beach Resort. Dit park heeft plaatsen voor RV's en tenten. Bovendien zijn er diverse blokhut-achtige zomerhuizen. Dit is echt een super camping. Nadat we een plaats gekozen hebben besluiten wij mannen een klein tukje te maken in de zon. We doen dit omdat onze vrouwen alweer gelijk de omgeving aan het verkennen zijn. Wij vleien ons ieder op een kant van een picknick bank en tafel set. U kent die dingen wel links en rechts een bank met in het midden een tafel. Het geheel is weer en wind vast uitgevoerd en verre van comfortabel. Wij slapen dat het een lieve lust is. Als de dames terug komen maken ze er mooie video opnamen van. Bruut wekken ze ons. We moeten mee het strand op. Ter plaatse liggen vlak voor de kust een aantal kleine eilanden. We zijn hier in een soort baai. Op het strand liggen her en der boomstammen. Ook grote slierten van een voor mij onbekend type zeewier kleuren het strand. Mensen in badkleding zonnetje op de bol eind september 1997. We gaan terug naar ons motorhome voor een hapje eten, want Gonda wil vanavond de zon in de oceaan zien zakken. Als we op het strand terug keren worden we inderdaad op een prachtige zonsondergang getrakteerd. Eerst kleurt het water zilverwit met donker blauwe plekken. Dan zien we een vis boven het water uit springen. Dit voorval staat ook nog op de video die ter plaatse wordt opgenomen. Terwijl we in gesprek raken met Australiers die hier op vakantie zijn net als wij, zakt de zon verder en verandert de kleurschakering. Het water wordt donkerblauw met zilveren sterren en de lucht kleurt diep blauw. De volgende fase is een goudkleurige oceaan met fel oranje lucht waarin geheimzinnige wolken drijven. De zon neemt uiteindelijk definitief afscheid voor vandaag met een felle laatste lichtstraal. Aan de koffie die avond besluiten we morgen een rustige dag hier aan de westkust in te lassen. Even op adem komen. We hebben er behoefte aan.
|
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde © 2006 - Stef van Gasteren |