Chetwynd - Chetwynd

Vandaag is het de bedoeling om een rondje te rijden via Dawson Creek. Aan het eind van de dag blijkt dat we toch nog 395 kilometer hebben gereden, het totaal komt dan op 1760 km.

We rijden richting Dawson Creek over de zelfde weg als gisteren. Er is hier wat meer verkeer. De waarschuwing die over het weer hebben gekregen was wel erg accuraat. Na een hagelbui begint het zachtjes te sneeuwen. De temperatuur is net boven het vriespunt. In Dawson Creek gaan we naar mile 0. Hier begint de Alaska Highway. Deze weg loopt van hier naar Fairbanks in Alaska. De weg is door de US Army aangelegd tijdens de laatste wereldoorlog. Veel Amerikanen maken dan ook een pelgrimstocht naar deze plek. Het begin van de Highway wordt gevormd door een rotonde. Vroeger stond hier een fraaie witte wegwijzer, maar nadat die voor de zoveelste keer omver was gereden heeft men de rotonde aangelegd. Een betrokken Amerikaan, stopt voor de rotonde en laat een van de mede inzittenden van zijn voertuig met een camera in de aanslag positie innemen, waarna hij de heilige plek oprijdt. Zijn fotograaf staat dan druk te klikken.

Voor de goede orde! We zien dit in een half uur tijd wel tien keer gebeuren. Het is dus algemene praktijk. Naast de heilige plek is een parkeerruimte waarop diverse RV's geparkeerd staan. Wij kunnen er ook nog wel bij. Dan blijkt dat er zowel een museum als een visitor centre is. Het museum en visitor centre gebouw is een oud stationnetje. Het museum geeft dan ook een beeld van een dergelijk station aan het begin van de 20e eeuw. Het visitor centre heeft een uitgebreide collectie boeken over treinen en andere spoorse zaken te koop. Uiteraard zijn er ook boeken over de Highway te koop. Wij kopen een verklaring dat wij hier geweest zijn. Het geheel ziet er als een officiële akte uit. Nadat de akte betaald is wordt hij door een gemeente functionaris ook officieel ondertekend. Thuis gekomen hebben we hem laten inlijsten en opgehangen, zodat bezoekers kunnen zien dat wij daar geweest zijn.

In het visitor centre heeft men ons aangeraden de W.A.C.Bennet dam in Hudson's Hope te bezoeken. Wij rijden eerst nog wat door Dawson Creek. Dit plaatsje ontleent zijn charme voornamelijk aan de standaard Amerikaanse indeling en aan de desolate indruk die het maakt. We rijden eerst over de Alaska Highway, die overigens heel gewoon nummer 97 draagt, naar Fort St John. Deze plaats vormt dit jaar het meest noordelijke punt op onze route. Van Fort St John rijden we over weg 29 tussen dreigende regenwolken door richting Hudson's Hope. Het landschap hier is erg weids. De weg ligt op een soort hoogvlakte van waaraf je een prachtig uitzicht hebt op de omringende afgeplatte bergen. De weg zelf slingert met de Peace River mee door de omgeving. Bij sommige bochten in de weg ontbreekt een deel van de weg. Weggespoeld door de regen denken wij. Op een totaal verlaten uitzichtspunt, ook de weg was volgens mij blij dat wij voorbijkwamen, zodat hij weer wist wat zijn functie was, stoppen we voor de lunch. Je hebt hier een prachtig uitzicht over de Peace River en belendende percelen grond. Er staan borden om te waarschuwen voor beren. Het schijnt dat de beren deze plek ook mooi vinden en er regelmatig komen kijken of bezoekers zoals wij hun rommel wel hebben opgeruimd. Het is heel moeilijk om te omschrijven, wat er door je heen gaat als je hier omringt door het geruis van de rivier in het dal en de wind om je oren eenzaam staat te zijn.

Na een flink aantal kilometers bereiken we de afslag naar de W.A.C. Bennet dam. Je kunt hier kiezen of je slaat af naar die dam of je rijdt nog door richting Hudson's Hope en je gaat dan naar de Peace River dam. Gezien het gekregen advies en de daarbij verstrekte folders kiezen we voor Bennet en slaan af. Op een grote parkeerplaats staan slechts een paar auto's. Als we naar het bezoekers-centrum lopen zie ik op een bord dat de volgende rondleiding start op het tijdstip dat het nu is. Wij krijgen haast en gaan naar binnen. Wat we dan meemaken beschrijft Maca als volgt: We waren nog net op tijd voor de tour ( dachten we ) en we werden door Ruth de tourguide naar de filmzaal gebracht. Na de film konden we de bus in. Toen bleek dat de tour niet alleen gratis was, maar ook, dat wij de enige drie gasten waren voor de tour. We gingen met een oude schoolbus naar de voet van de dam en we werden daar naar binnen gereden. Eenmaal binnen kregen we een privé tour van de krachtcentrale in de dam.

Werkelijk heel uniek allemaal. Echt een buitenkans, want geen moeite was teveel en op alle vragen werd een antwoord gegeven. Ook voor fotograferen was natuurlijk volop tijd. Ruth wist ons ook te vertellen dat het in deze streek in de zomer maar een of twee uur donker wordt. Zij adviseert ons verder om voordat we naar de Peace River dam gaan eerst over “onze” dam naar het aan de andere kant gelegen uitzichtspunt te rijden.

Als enige rijden we op de dam, over een niet te brede weg. Aan de overzijde gaat het wel even heel steil naar boven, wat je daarna te zien krijgt is werkelijk van een zeer aparte schoonheid. De Peace river heeft een canyon van uitzonderlijke schoonheid uitgeslepen. Wat een kleuren in de diverse zichtbare grondlagen!

Als we verder trekken is het bezoekerscentrum van de Peace River dam al gesloten als we daar aankomen. We rijden door Hudson's Hope en laten ook het museum voor wat het is. Op weg weer naar Chetwynd waar we willen overnachten. De weg voert ons door insnijdingen in de berg. De wanden van deze insnijdingen zijn zwart. Als we stoppen om te kijken wat dat nou is, blijft het moeilijk om dat vast te stellen. Het lijkt steenkool, maar voelt vet aan. Wie het weet mag het mij komen vertellen. Nu weet ik dat hier min of meer in de buurt een van de grootste steenkool dagbouwmijnen ter wereld ligt. De mijn is Tumbler Ridge genaamd. Of er enig verband is weten wij niet. Als de bergen weer wat lager worden zien we ook weer van die moerassige gebiedjes.

Het is al laat als we de camping bereiken. Het staat al aardig vol. De eigenaar aan wie we gisteren vertelden wat we vandaag van plan waren heeft met onze komst rekening gehouden en een plek gereserveerd.

Het dagboek van Maca, waaruit ik in dit hoofdstuk al geciteerd heb zegt:

Wildlife Sightings: 9 Herten, 3 Bald Eagles, 1 Redwinged Blackbird.

Vanavond wordt het waarschijnlijk door de donkere regenwolken wel veel donkerder dan gisterenavond.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren