Hixon - Quesnel

Vandaag gaan we in een rustig tempo naar Barkerville Historic Town. Men heeft zo zegt het foldertje het historische gouddelversstadje geheel opnieuw maar in originele staat opgebouwd. We zullen zien. Voorlopig rijden we nog op de Cariboo Highway. Ook deze weg heeft op de kaart van die driehoekjes die er op duiden dat de weg door een mooi landschap voert. Heuvels, Duitse bergen en vooral de uitgestrektheid van dit alles blijven ons bij. Wij hebben op de kaart gezien dat de weg naar Barkerville pas vlak voor Quesnel begint. En inderdaad als de borden allang aangeven dat Quesnel in aantocht is, staat er ook één bord dat aangeeft dat de volgende afslag naar ons reisdoel voert.

Als we weg 26 oprijden richting Barkerville en Bowron Lake Provincial Park heb ik om de een of andere reden het idee, dat het maar een klein stukje rijden is. Dat valt nog vies tegen!

De weg gaat hier rechtuit over een aantal niet al te hoge heuvels heen. De Chevrolet moet bij tijden hard werken. Het is een beetje het effect dat je in San Francisco hebt. Alleen staan hier links en rechts van de weg wat weinig huizen. Bomen zijn er des te meer. Na een poosje staat Cottonwood House aangegeven. Wij zijn daar even gestopt om het te bekijken en af en toe moet je ook wat drinken niet waar? Cottonwood House is een gerestaureerd halfweg huis. Hier kon je, in de tijd dat er met paard en wagen werd gereisd, de paarden wisselen voor verse. Ook jezelf kon je hier verkwikken, je dorst laven en je honger stillen. Men heeft er een museum van gemaakt. De rondleidingen door het museum met aansluitende rij show passen echter niet in ons programma, wij willen immers nog naar Barkerville.

Hoe verder we komen in de richting van ons reisdoel hoe ruiger het landschap wordt. Kouder ook vooral! Voor B. stoppen we nog bij een wel heel ongastvrij ogend meer het Jack of Clumb lake. Een informatie bord heeft heel wat tekst over het meer, wij zijn het weer vergeten. Sorry! Na wat bochten in de weg weten we dat we er zijn, we rijden nl. een parkeerplaats op waar in slagorde wel 50 RV's staan geparkeerd. Ook twee touringcars zijn van de partij. Wij parkeren en worden nr 51.

In de toegangshal annex kaartverkoopkantoor worden we ontvangen door een vriendelijke dame in cowboystijl gekleed, die ons uitlegt dat de kaartjes twee dagen geldig zijn. We kunnen eventueel op de parkeerplaats overnachten. We zullen nog wel zien.

Barkerville is echt een juweeltje. Alle huizen en winkeltjes zien er echt authentiek uit. Het doel is het goudzoekersstadje uit de tijd rond 1800, uit te beelden. Bij de ingang heeft men ons er op gewezen, dat in het theater de middagvoorstelling van 1 uur over een kwartier begint. We gaan gelijk naar het theater en wonen daar de één uur durende show bij. In de zaal en op het toneel is iedereen gekleed zoals rond 1800 gebruikelijk moet zijn geweest. De show draait om de geschiedenis van het stadje en is met vrolijk gezang gelardeerd. Zeer de moeite waard. Na afloop gaan we de straatjes in. Getrokken door twee Belgische paarden, komt de postkoets juist voorbij, getrokken door twee Belgische paarden. Alle medewerkers hier zijn gekleed in de stijl van de beoogde periode, daarnaast blijken met de touringcars schoolkinderen aangekomen te zijn, deze kinderen zijn allemaal in stijl gekleed. Je bent gelijk in een andere wereld. Wij gaan lunchen in het restaurant “Wake up Jake”. Dit restaurant is geheel in authentieke stijl gehouden. Er ligt dan ook heel fraai zilver bestek op de met linnen gedekte tafels. De bedienende dames hebben lange wijde rokken aan en doen ruisend hun best het ons naar de zin te maken. Het lukt hen erg goed. Het restaurant adverteert met dagelijks vers gebrande koffie. Er wordt inderdaad heel goede koffie geschonken. Om die koffie te kunnen malen staat in het restaurant een grote rode koffiemolen met aan weerszijden een wiel om aan te draaien. Als de dames even niets te doen hebben draaien ze aan het wiel van de koffiemolen dat het een lieve lust is. Wij besluiten het diner van vanavond nu hier tussen de middag te gebruiken. Daar krijgen wij geen spijt van. Voortreffelijk en in een leuke sfeer gegeten. Het enige dat modern is in de “Wake up Jake” is het toilet.

Door het stadje gelopen en de diverse gebouwen bewonderd. Er is bv. een enorm groot waterrad dat gebruikt werd bij het goudpannen. Je kunt hier ouderwets winkelen, demonstraties bijwonen, goudpannen, naar het theater natuurlijk, de paarden aaien en je vermaken met de grondeekhoorns. Ma _ a koopt een hoed bij een winkel van Sinkel waar inderdaad van alles te koop is. Prachtige hoed overigens. Ook is er een Chinese wijk. In de Chinese wijk kopen we wat jade. Het jade is hier belangrijk goedkoper dan vorige keer in Tofino. Na ons een aantal uren kostelijk vermaakt te hebben, besluiten we niet tot de volgende dag te blijven, maar aan het einde van de middag terug te rijden naar Quesnel.

Quesnel is een belangrijk verkeersknooppunt. Tot hier kwam de spoorlijn, die thans doorloopt naar Prince George en verder. Hier ook stroomt de Fraser en komen diverse wegen samen. Quesnel heeft er een handelsfunctie aan overgehouden. Wij stallen ons motor home bij het “Fraser Bridge Inn & RV Park. Ma _ a schrijft in haar dagboekje: We staan hier nu op een soort parkeerplaats bij een motel. De Fraser river stroomt hier heel hard.

Op de radio horen we dat in het Lower mainland gebied bij Vancouver wat wij zouden noemen beperkte dijkbewaking is ingesteld.

De Indiër die eigenaar van Fraser bridge etc. is, loopt zich het vuur uit de schoenen om het ons naar de zin te maken. Als hij hoort dat wij naar het plaatselijke station van BC rail willen lopen, geeft hij zijn zoon opdracht ons met de auto te brengen.

Op het station aangekomen zien we een trein vertrekken. Jammer genoeg gaat die trein van ons af zodat we de locomotief niet in beeld krijgen. Het station heeft een groot rangeerterrein waarop volop wagons staan. Na een poosje geloven we niet meer in de komst van een trein. Maca gaat binnen bij de stationschef vragen hoe dat zit. De man schiet in de lach en vertelt dat voor morgen elf uur geen trein meer wordt verwacht.

We besluiten terug te lopen naar het motel. We lopen langs de dealer van Ford en langs de dealer van Chevrolet en vergapen ons bij beide dealers aan de uitgestalde pick-up trucks. Van de prijzen zijn we helemaal onder de indruk. Wat zijn die auto's hier goedkoop.

Ook enige historische gebouwen, die de plaats rijk is, waaronder een brouwerij en een smidse, worden door ons bewonderd. Voor we de vakwerkbrug over de Fraser oversteken zien we een monument. Bij dat monument aangekomen raken we in gesprek met een echtpaar dat pas één jaar geleden vanuit een plaatsje bij Hoorn naar Alberta is geëmigreerd. Zij hebben een boeiend verhaal over wat zij in dit jaar hebben beleefd. Zij hebben een veehouderij en zijn hier verlost van melkquotum, mestquotum en vele andere beperkende maatregelen. Ze hebben ook geen subsidies, dat niet, maar verder! Wij vragen hen het hemd van het lijf en zij willen best op onze vragen antwoorden. Heel interessante ontmoeting geworden.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren