Fort MacLeod - Great Falls

Ook vandaag worden we gewekt door zonnestralen. Het plan is om geheel indachtig de vooraf geplande route naar Great Falls in Montana USA te rijden. We kiezen daarvoor de kortste route en wel die via Lethbridge in Alberta. Onderweg zouden we nog enige attracties kunnen bezoeken, zoals de “Head-Smashed-In Buffalo Jump bij Fort MacLeod of de “Nikka Yuko Japanese Garden bij Lethbridge. De Head Smashed In Buffalo Jump, is een hoogte die middels een steile klip plotseling eindigt. De Indianen joegen de buffels over de klip, waarna ze die beneden alleen nog maar hoefden te slachten. Er is een museum waar een en ander wordt uitgelegd en in perspectief geplaatst. De Japanse tuinen bij Lethbridge zijn aangelegd om de vriendschap tussen Japan en Canada tot uitdrukking te brengen. Daar het routeboek aangeeft, dat de geplande 347 kilometer voor vandaag, waarschijnlijk ruim vijf uur reistijd opleveren en we aan het einde van de dag in Great Falls de grote vallen zouden willen zien hebben we besloten eerst maar eens naar de grens met de USA te rijden.

Nu we verder zuidelijk rijden is het landschap zo mogelijk nog leger dan gisteren. Omdat de route ook iets oostelijk voert, raken de Rockies buiten beeld. Nadat we Lethbridge zijn gepasseerd, zien we ineens wat gele zwaailichten. Wat komt ons tegemoet je gelooft het niet, je waant je in een film, maar het is toch waar. Op een immens grote trailer komt ons stapvoets een heel gebouw tegemoet. Op een dieplader wordt een houten huis inclusief bijgebouw over de weg vervoerd. De “lading” steekt links en rechts meters uit. Door de begeleiders van het transport worden wij de vluchtstrook op gestuurd, zodat het gevaarte, net aan, kan passeren. Na dit spektakel moeten we verder genoegen nemen met ook zo uit Hollywood films weggelopen graansilo's en van die typische rode Amerikaanse schuren.

Je waant je terug in de tijd van voor de Europese Unie, als je grens tussen Canada en de USA wilt passeren! De grensovergang ligt bij Sweetgrass Montana. Nadat we eerst langs wat obstakels, waaronder een slagboom Canada verlaten hebben, komen we bij de US grenspost. Er zijn drie doorgangen twee voor Cars en één voor Trucks. Gezien ons formaat, schat ik in dat wij bij de trucks horen. De grensbewaker vindt dit wat komisch, maar goed. Hij vraagt het aantal personen aan boord, de paspoorten van die personen en verzoekt ons verder om mee te delen of wij vers vlees, fruit en of groente aan boord hebben. Op de laatste vragen antwoorden wij ontkennend. Met een gebaar wordt ons te kennen gegeven waar we moeten parkeren en krijgen wij de opdracht ons binnen te melden. We parkeren naast een touringcar. De passagiers van die touringcar zijn allen bezig hun bagage voor inspectie te openen. Ik hoop dat ons dat bespaart blijft.

Binnen worden wij ontvangen door ambtenaren van de US customs en de Borderpatrol. Beide typen officials zijn voorzien van een geladen revolver op de heup. Je voelt je echt welkom!

We vullen het visa-waiver-formulier in, en worden gesommeerd per persoon $6 te betalen. Gelukkig hebben we hierop gerekend. Wij krijgen onze paspoorten voorzien van inreisstempel en visumkaart terug en mogen vertrekken. Toevallig is voor ons een Nederlands stel aan de beurt. Zij reizen per personenauto. Deze mensen willen graag met een creditcard betalen. Het is hier echter cash only. Zij krijgen van de official de opdracht om maar even terug te lopen naar de Canadese kant van de grens om daar contant geld te halen. Omdat je dan toch een behoorlijk eind moet lopen vraagt onze landgenoot of hij even met de auto kan gaan. Fout, die auto staat al in de USA en mag zomaar niet uitgevoerd worden. Daarvoor is een chauffeur met geldige papieren nodig. Laten staan dus en ga maar lopen, en oh ja loop wel even door want de dienst van de officer loopt dadelijk af en de zaken moeten daarvoor afgewikkeld zijn.

Door een en ander toch wel weer even onder de indruk vragen we maar netjes of we hier foto's mogen maken, dat mag dan als er maar niets van de grenspost op de foto's komt te staan.

We fotograferen ons motorhome naast de touringcar, waarvan de passagiers nog steeds gecontroleerd worden. We gaan snel verder.

De eerste stad op onze route in de USA is Shelby. We rijden inmiddels op de Interstate Highway 15, kortweg de I 15 . In Shelby moeten we tanken. Het tankstation is gelegen naast het spoorwegemplacement. Hier staan talloze buitengewoon lange treinen te wachten op verder transport. Alleen wagons, geen locomotief te zien. Volgens mij is dit spoorwegemplacement bij de splitsing van twee lijnen ook de enige reden van bestaan voor Shelby. Er wordt hier graan geladen en er worden treinen samengesteld. We zijn nog een stukje door het stadje gereden maar kwamen niet onder de indruk van haar charme, zelfs de plaatselijke supermarkt is niet geweldig.

Verder gaat het naar Great Falls over de I 15. Hier mag je in tegenstelling tot de grote wegen in Canada wat harder rijden. Honderdtien kilometer per uur is het maximum voor trucks, personenautos mogen zelfs vijf kilometer harder. Uiteraard staat het hier allemaal in miles aangegeven. Daar onze Canadese RV een snelheidsmeter heeft met een dubbele schaal, zijn miles en kilometers goed te vergelijken. Met het bakbeest waarin wij rijden vind ik 100 km ook wel hard zat. Je moet hier rijdend door een landschap, dat er eender uitziet als in het zuiden van Alberta, op passen alert te blijven. De cruise-control bewijst hier nog meer zijn waarde dan in Canada. We glijden over een oneindige hoogvlakte.

Tijd om te stoppen, er is een rest-area aangelegd. We zijn de enige die er stopt. Een groot parkeerterrein omzoomt met grasperken, die zo van een golf-court kunnen komen, en een toilet gebouw waarvoor bankjes staan verwelkomen ons. Onze aandacht wordt onmiddellijk getrokken door een bord dat ons maant op de paden te blijven, omdat hier ratelslangen zijn gesignaleerd. Oef, daar hebben we niet van terug. Hoewel het hier lekker warm is, liggen er links en rechts van het toiletgebouw nog hopen sneeuw. In dat gebouw kun je luxe toiletteren, een zacht achtergrondmuziekje probeert je verblijf te veraangenamen. Wij trekken nog wat sprintjes op het parkeerterrein voordat we naar onze eind bestemming rijden.

We hebben een plattegrond van Great Falls en zoeken aan de hand daarvan onze weg naar de watervallen. Het plaatsje is best wel druk met verkeer en bedrijvigheid. Als we denken dat we er zijn, blijkt dat we bij de Giant Springs zijn. De ranger legt uit dat de watervallen nog nauwelijks water bevatten en dat als we er naar toe willen we nog zeker een half uur verder moeten rijden. Hij zegt dat het nu nog niet de moeite waard is. Het grote smelten moet nog beginnen, vorige week sneeuwde het nog. We lopen naar de Giant Springs. In een parkachtige aanleg tref je vlak naast de Missouri een aantal grote wellen in een natuurlijk bekken. Het water loopt via de kortste rivier ter wereld, (officiële vermelding in het Guiness book of records), 75 meter lang is die rivier, naar de Missouri. Het is hier prettig verblijven, hetgeen we dan ook een korte wijle doen.

Om de uitverkoren camping te kunnen bereiken, moeten we weer de hele weg terug dwars door Great Falls. Vanaf de hoger gelegen weg zien we wel een aantal forse stroomversnellingen in de grote rivier.

We besluiten de dag op Dick's RV Park. Deze camping is geheel gericht op service verlening aan de mens op doorreis. Naast de fraaie opstelplaatsen, kan je hier je gastank laten vullen, de RV laten wassen, kleding in de stomerij brengen, boodschappen laten bezorgen en noem maar op. De camping is gelegen tussen de I 15 en de spoorlijn. Het is op deze camping niet druk, waarschijnlijk is het nog geen seizoen, aan de spoorlijn kan het niet liggen, er passeren hier maar een beperkt aantal treinen.

We kopen een flink aantal ansichtkaarten en zijn de avond druk met het schrijven van die kaarten, bij Dick kan je postzegels kopen en er is een speciale service die er voor zorgt dat de kaarten gepost worden.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren