Lake Louise - Jasper |
Vandaag alweer geen zonnige dag. Gelukkig is het droog en hangen de wolken redelijk hoog. Vergeleken met de situatie in 1999 toen we hier met een stralende zon reden, is het vandaag duidelijk minder. Tegen beter weten in gaan we naar Lake Louise, om daar vast te stellen dat het ons niet vergunt is om deze plek in zijn volle glorie te zien. Het ijs is gesmolten, dat wel en tussen de voorbij trekkende wolken is de Victoria gletsjer zichtbaar, maar echt spannend is het vandaag niet hier. Volgende stop langs de Icefields Parkway, waarop we inmiddels rijden. Hector Lake heet dit meer. We stoppen aan de rand van het meer. Het is hier goor koud. Er liggen nog forse ijsschotsen op het water. De bergwanden zijn tot aan het meer met sneeuw bedekt. We maken mysterieuze sombere foto's. De beelden hebben beslist spanning, het heldere wit tegen het sombere van de hemel. Het water is natuurlijk om te zien eerder zwart dan blauw. Hoewel zonneschijn de voorkeur geniet, heeft dit weer type ook zo zijn bekoring. Nadat we de Crowfoot Glacier zijn gepasseerd, is de volgende stop bij Bow Summit en Peyto lake. Bow Summit is het hoogste punt van de Parkway, 2088 meter hoog ligt hier de weg. De boomgrens ligt niet veel hoger. We parkeren ons motorhome op de parkeerplaats voor Peyto Lake. Deze parkeerplaats is nog pas voor de helft van sneeuw ontdaan. We moeten dus op de veel te kleine parkeerplaats zorgvuldig manoeuvreren om onze grote RV te parkeren. Maar het lukt. Er staan ons dan twee routes open naar de top, van waaraf een prachtig uitzicht op Peyto Lake wordt geboden. Je kunt via de weg naar boven lopen en dan via de parkeerplaats voor bussen en invaliden het uitzichtspunt bereiken of je kiest voor het informatieve wandelpad. Wij kiezen voor het laatste natuurlijk. Ma _ a rust zich uit met bergwandelstok en beren bel. Zij heeft het tijdens deze wandeltocht zwaar, omdat het pad hier en daar nog onder dikke lagen sneeuw verborgen ligt. Mede doordat we ons op een redelijke helling bevinden, is zij wel een beetje bang om uit te glijden. Puffend en hijgend bereiken we het uitzichtpunt. Met stomheid geslagen zijn we van hetgeen we nu zien. Vaak hebben we in boeken en op kalenders dit beeld al voor ogen gehad, maar de werkelijkheid slaat alles. Het meer ligt in de diepte en is echt helder blauw. Precies zoals op de kalenderfoto's. Vanaf links over een met gletsjerpuin gevulde delta stroomt het water het meer in om het voor ons aan de rechterkant er weer uit te stromen. Dat laatste is overigens niet zichtbaar. Ik moet denk ik nog maar eens terug om dat te onderzoeken. Ondertussen staan we wel al een halfuurtje te genieten voordat de eerste groep Japanners komt. We trekken ons enigszins terug, want we willen niet bij het al eerder beschreven fotograferen betrokken raken. Maar tot onze teleurstelling blijven de bussen aankomen. We mengen ons nog eens in de menigte om een laatste blik te werpen op dit prachtige natuurwonder. Werkelijk fantastisch is het hier. Tijdens onze lunch op een ruim aangelegde picknick plaats naast de weg hebben we vrij uitzicht door het dal. Adembenemend is hier het uitzicht op de hoge nog steeds ongenaakbare bergen. Als we al een poosje zwijgend zitten te kauwen zien we dat de hele picknickplaats als het ware leeft van de grondeekhorens. De beestjes rennen af en aan, het is een heel leuk gezicht. Op de pas die Banff National Park van Jasper National park scheidt en waar je vanaf een parkeerplaats een flink stuk van de Icefields Parkway kunt afzien, is het vandaag erg druk met raven. De vogels lopen om elkaar heen te draaien en gedragen zich als verliefde stelletjes. We zijn zo vrij geweest zo'n verliefd paartje te fotograferen terwijl ze elkaar het hof maken. Heel mooi om te zien. Ook deze keer stoppen we bij het Icefield centre om van daaruit met de snowcoach de Athabasca Glacier op te gaan. Vorig jaar hadden we hier schitterend weer en zijn we de maximale tijd buiten op de gletsjer gebleven, dit jaar miezert het en blijven we nauwelijks buiten. Er staat een ijzige wind die ons al snel weer de snowcoach in drijft. Wat een verschil! We maken dit jaar deel uit van een gecombineerde tour Japan en de rest van de wereld. Bij het inchecken wordt gevraagd of we daar bezwaar tegen hebben. Wij niet natuurlijk, maar waarom wordt het gevraagd? Op de heenreis wordt na begroeting in zoveel mogelijk van de zich aan boord van de bus bevindende talen, nog uitsluitend Engels gesproken. Behalve de dertig Japanners aan boord verstaat iedereen dat. Op de terugweg wordt alles nog een keer uit de doeken gedaan, maar dan door de meegereisde Japanse tolk. Waren onze Japanse vrienden op de heenweg soms wat luidruchtig, op de terugweg zitten zij allen gespannen te luisteren. De tolk heeft er duidelijk de wind onder. Wel weer een bijzondere ervaring, deze cultuur verschillen, die we gratis bij de excursie krijgen. De Stanley Falls worden door ons gefotografeerd en kort daarna stoppen we bij Sunwapta Falls. Vreemd eigenlijk, nu zijn we hier voor de derde keer en zien zowel Peyto Lake als Sunwapta Falls voor het eerst. De Sunwapta waterval is een hele mooie. In mijn ogen wint hij het van de Athabasca Falls. De Sunwapta river, die smeltwater van de Athabasca Glacier naar de Athabasca River voert, stort zich bij de waterval met donderend geweld in een smalle kloof om zich uiteindelijk iets verder op met de Athabasca River samen te voegen. Er loopt een wandelpad naar de Lower Falls. Dit pad hebben we niet kunnen nemen omdat het nog dik onder de sneeuw lag. Bij de Goat Mineral Lick, zijn dit jaar de geiten minder prominent aanwezig dan vorig jaar. We spotten er toch nog een paar helemaal onderaan de helling. De dames en heren drinken wat uit de rivier. Het weer is weer wat verslechterd, de perioden met regen worden nog maar kort door droge perioden afgewisseld. Onderweg hebben we Bighorn Sheep, White Goats en in de verte een zwarte beer gezien. na op de camping ingecheckt te zijn, hebben we eerst nog wat stukken hout opgezocht voor onder de wielen van het motorhome, zodat we vannacht redelijk recht kunnen staan. Daarna zijn we naar Jasper Town gereden. Bij het station hebben we kunnen genieten van het uitzicht op de Mount Edith Cavell en de Whistler Mountain. Het is inmiddels n.l. droog en beide bergen steken goed waarneembaar tegen de hemel af. Ik word verder verwend met een aantal interessante CN treinen, en word als treinen liefhebber echt op mijn wenken bediend. Zelfs de Rocky Mountaineer loopt het station binnen. Deze trein bestaat voor een gedeelte uit dubbeldeks rijtuigen, die ik nog nooit heb gezien. Het laatste rijtuig van de trein is wel heel bijzonder. Het gaat hier om een prachtig gerestaureerd oud rijtuig met achterbalkon van de Canadian National railroad. Zelfs CN personeel loopt te fotograferen. En alsof boven wordt begrepen dat het belangwekkend is, schijnt plots een mager zonnetje. Voor het eerst in mijn leven zie ik drie Amish mensen, twee mannen en een vrouw, in levende lijve. Zij komen uit de Mountaineer en lopen naar ons toe om ook het bijzondere rijtuig te bekijken. Ze zien eruit zoals ze er in films uitzien. Wat ik er van moet denken weet ik niet. Na al deze sensatie gaan we heel gewoon wat boodschappen doen. We zijn te moe om nog zelf te gaan koken, daarom verwennen we ons met een geweldig diner in het Alpine Grill Restaurant in Jasper. Als we terug zijn op de camping is onze plaats zo ongeveer de laatste die nog niet bezet is. Als ook wij zijn geïnstalleerd daalt er een serene rust neer. Nou ja. We staan in een hoek van de camping waar we nog niet eerder hebben gestaan en in plaats van met Elk, worden we hier met de z.g. Whistlers geconfronteerd. Deze marmot-achtige dieren wonen hier kennelijk al wat langer en communiceren met elkaar door middel van schelle fluittonen. Heel apart wel, eerst denk je nog even dat een bekende of een bewonderaar achter een boom naar je staat te fluiten, maar al gauw heb je de dieren in de gaten. Vervelend is wel dat ze ‘s nachts gewoon doorgaan met fluiten. Ook dit is weer een nieuwe ervaring voor ons.
|
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde © 2006 - Stef van Gasteren |