Dinsdag 24 september 2002 100 miles house- Squamish

Gisterenavond hebben we besloten de via Hope geplande route te wijzigen. Het wordt nu Lillooet en Squamish. Als we opstaan is het nog stil op de camping, want buiten ons en wat werklui staan er alleen oude van dagen. Die laatst genoemde mensen hebben een op-sta-tijd, die met de onze overeenkomt.

Zodoende starten we met z'n drieën ongeveer op de zelfde tijd de motoren. Het is bewolkt en nog vrij koud. De verwarming heeft vannacht gedraaid.

We moeten hier bij het vertrekken, vanaf het camping/motelterrein gelijk de Highway op. Dat valt nog niet mee, want er is veel vrachtverkeer. Uiteindelijk zijn we dan onderweg. Van 100 miles house bijna naar Cache Creek en dan Hwy 99 op. Van 100 miles house naar Lillooet is precies 100 mile (160 km).

Het eerste deel van de route voert over de "Cariboo" Highway. Dit is de route die ongeveer overeenkomt met die van de goudzoekers, die hier vroeger de buurt afstroopten. Het is een prachtige route, vooral de hier al volop aanwezige herfstkleuren zijn een lust voor het oog. Links en rechts van de highway wisselen bossen, meertjes en moerassen zich af. De weg zelf gaat redelijk op en neer, zodat ook prachtige vergezichten zich aan ons tonen. Het is een plaatjesboek en erg rustgevend.

Als ik op een gegeven moment stop op een rustplaats langs de highway, met uitzicht op een mooi meertje, vind Gonda dat niet eens zo interessant meer. Ze heeft teveel van het goede gehad zou je denken.

Bij Clinton (nee, niet Bill) wijzigt het landschap vrij plotseling van lieflijk groen met herfstkleuren in woestijnachtig bruin en dor. Zo ongeveer als in de buurt van Kamloops. Het is heel verbazingwekkend, vooral die plotselinge overgang.

Bij Hat Creek slaan we af weg 99 naar Lillooet op. Na wat slingers in de weg, schittert ons badend in het zonlicht Pavillionlake tegemoet. Het weer is inmiddels veranderd van zwaar bewolkt naar zeer zonnig. Pavillionlake is erg mooi. Vooral het blauw van het water is bijzonder. Je bent hier in "Indian"-county. Uitkijkpunten of parkeerplaatsen zijn er niet. Die leveren waarschijnlijk te weinig op. Wel zie je overal borden die naar winkels ed verwijzen.

De weg gaat overigens flink naar boven en weer naar beneden. Gek eigenlijk, dat je dit soort details gewoon vergeet. Ook het meer moeten we minstens twee keer eerder hebben gezien. Nou, voor ons lag het er vandaag voor het eerst.

Bij het plaatsje Pavillion kom je de canyon van de "Fraser river" in. Ook de spoorweg voegt zich hier bij je. British Columbia rail rijdt hier. Voordat er verdere vragen opkomen! Er reed vandaag op de tijd dat wij er waren geen trein. Wel hebben we een of ander geel ding aan de rails zien werken. Ja het lijkt niet alleen wel een samenzwering, Bush voert met minder aanleiding gerust oorlog.

Op een prachtig punt een foto gemaakt. Naast ons stopte een auto met 5 Duitsers. Praatje gemaakt. De heren waren op reis van de kegelclub. Ze waren niet aardig, want ze konden aan ons Duits horen dat wij Nederlanders zijn. Nou wij konden aan hun Duits ook best wel horen dat ze niet uit Amsterdam kwamen.

Wachten op de trein bij ons tunneltje heeft geen zin, gezien het eerder genoemde gele ding. We stoppen vlak voor de bruggen van Lillooet en maken daar een plaatje van.

We rijden de brug over gaan linksaf en het gat weer uit. En dan, weer zo iets, de smalle houten brug nou die wisten we nog, maar het grote project van BC Hydro, met betonnen kunstwerken, om de zalm te sparen, die anders in de generatoren zou worden vermorzeld, dat is voor ons nieuw. Trouwens de bijbehorende picknickplaats ook. We gaan heuvel op een paar scherpe bochten door en hups een "nieuw"aangelegd viewpoint met een geweldig uitzicht over "Seton lake".

Ook hier geen enkele herinnering aan.

We zijn daar gestopt en hebben een lekker broodje gegeten. Gelukkig ging dat: Ik had enige bedenkingen, omdat ik vanmorgen bij het eten van een snoepje, plotseling een vulling van een van mijn tanden in mijn handen houd. Maar gelukkig (nog) geen pijn. Er kan dus gegeten worden.

Seton lake staat overigens prominent op de kaart en moet er al een poosje zijn dus. Het is een prachtig en vrij groot meer. Nu ligt er vlak voor Lillooet een dam en ook de aanwezigheid van BC Hydro doet mij vermoeden, dat het een stuwmeer is. De rails van BC rail liggen er keurig naast.

Na de broodjes gaan we vrolijk verder, We vallen ondanks dat we hier echt vaker zijn geweest, van de ene in de andere verbazing. Het enige dat ik nog goed wist, waren de smalle houten bruggen. Op 13%, af 11% en omgekeerd met prachtige bergen rondom. Het duurt wel even voor we bij Duffy lake zijn. Ik verwacht eigenlijk een beer op de weg net als gisteren bv. Maar goed, je kunt niet alles hebben.

Bij Duffy lake aangekomen, presenteren de bergen met hun gletsjers zich weer uitmuntend. Op de bij een vorige gelegenheid gemaakte foto, zie je de berg in het meer gespiegeld. Dat is ons nu niet beschoren. Het blijft desalniettemin prachtig.

Als wij op dat plekje aankomen, staat er niemand. Als wij weer weg gaan staan er drie auto's en rijden anderen langzaam langs. Wat zou dat zijn? Stroop aan de ....? Of kuddegeest?

Na Duffy lake volgen algauw spectaculaire afdalingen die je naar Pemberton moeten leiden. Het bord, extreme slopes, stond me nog bij, de brede Lillooet river niet meer. In het indianendorp waar de weg doorheen voert, is alles opgeruimd en verzorgd. er worden zelfs huizen gebouwd.

In Pemberton hebben wij niets te zoeken. We gaan richting Squamish langs Whistler. Gisteren hebben we al besloten, dat we niet Whistler in zouden gaan. We zijn hier twee keer eerder geweest. Een maal met 30 graden Celsius boven op de berg en een keer met sneeuw. Vandaag is het mooi weer, 22 graden hoor ik op de radio. We hebben geen zin in winkelen en het andere "al gedaan". Langs Whistler dus.

De highway, de zogenaamde "from Sea to Sky highway"is op veel plaatsen verbeterd. Ik blijf het een onaangename weg vinden. Erg bochtig met veel stijgen en dalen en vooral veel mensen met haast. Dat zie je verder in (West)Canada niet, maar al die lui uit Vancouver die in Whistler, skiën of iets anders doen, hebben altijd veel haast.

We stoppen op een viewpoint, dat uitzicht biedt op de "Tantalus range". Gonda en ik hebben nog een intellectuele discussie over de herkomst van de naam. Ik ken het begrip "tantaluskwelling", maar weet niet meer precies waar dat voor staat.

In Squamish gaan we eerst zoals afgesproken naar het depot van BC-rail. Daar moeten dan toch treinen te fotograferen zijn. Nou ja, soms zit ut ......

We rijden naar het stationsgebouw aan het andere einde van het emplacement. Daar stoppen eventuele passagierstreinen. BC-rail heeft nog een regelmatige dienst van North Vancouver naar Prince George. Tevens is dit het eindstation voor de historische ritten met onder meer de "Royal Hudson".

Van deze kant af zijn inderdaad wat locomotieven te zien. Daaronder twee historische diesels. Ook een "Budd" passagierstreinstel staat geparkeerd.

De zon onze vriend zorgt voor een aangename temperatuur, maar staat ook pal in onze lenzen. Alleen tegenlicht dus.

Terwijl wij daar staan, stapt een man uit zijn auto en komt op ons af voor een praatje. Afgezien van het feit dat hij een slecht gebit heeft, is het een mazzelkont. Hij is door een medewerker van BC-rail compleet rondgeleid door de werkplaatsen en heeft ook overal aan kunnen en mogen zitten, de locomotieven incluis.

Zijn geluk straalt af; er gaat gerangeerd worden. Als tractie een dieselloc met een onbemande hulploc. De man vertelde nog hoe die hulplocs heten. Het komt hierop neer, dat het een met zand verzwaard rijtuig is met vier elektromotoren. De diesel produceert zoveel elektriciteit, dat ook de vier motoren van de hulploc van stroom kunnen worden voorzien, waarmee een loc nu dubbele trekkracht heeft.

De man gaat naar Vancouver en wij naar de konijnen camping. Aldaar aangekomen blijken een aantal zaken veranderd. De toegangsweg is verbeterd. De meeste konijnen zijn weg. De receptie is gesloten, maar je mag jezelf inchecken.

We hebben een keurige plaats en gaan wandelen naar de "Shannon Falls", hier tegenover. Men heeft daar nu een parkje bij aangelegd en dus is het nu een Provincial park. Op het nieuw aangelegde viewpoint staat een comfortabele bank, die goed zicht op de waterval geeft.

We raken in gesprek met een jong stel, die de zelfde camera hebben als wij. Zij weet te melden, dat de Falls 's winters bevriezen en dat er dan mensen zijn, die ze gaan beklimmen. Ik heb een andere hobby.

In het restaurant bij de camping hebben we copieus gedineerd. Het is de verjaardag van Kees vandaag, we zullen de rekening voor hem bewaren. Na afloop hebben we op de camping nog even gezocht naar de sanidump (gevonden!) en tevens hebben we de toiletgebouwen geïnspecteerd. Toen in 1997 waren die toiletten ronduit smerig. Nu is het wat meer acceptabel.

Het plan welt op om morgen vroeg op te staan, zodat de vroege boot kan worden genomen. Als dat lukt, kan de overnachting aan "Sproat lake" mogelijk vervallen en hebben we meer tijd voor Ucluelet.

We zien wel.

Het weer : zwaar bewolkt en prachtige zonneschijn.

Wild : niet gezien.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren