Woensdag 25 september 2002 Squamish- Ucluelet

Vandaag zal blijken een bijzondere dag te worden.

Vanmorgen zijn we inderdaad vroeg opgestaan, omdat we de ochtend ferry naar Nanaimo wilden hebben. Nu hebben we een prachtig routeboek maar daarin hebben we even niet gekeken. We schatten, dat er ongetwijfeld een boot om 10.00 uur zal gaan. Eerst naar de sani-dump, het was weer geweldig! Daarna een tour over de halve camping en dan onderweg.

Om 08.30 uur reden we Hwy 99 from Sea to Sky Highway op. Er is iets met die weg, ik voel me er nooit erg prettig. De weg zelf wringt zich door de schaars aanwezige ruimte tussen spoor en de steile rotswanden. Hij is ook nog niet zo heel lang geleden pas aangelegd. Door zijn ligging biedt de weg de meest fantastische uitzichten over "Howe sound". Er zijn zelfs diverse viewpoints, die stuk voor stuk de moeite van het stoppen waard zijn. Maar toch.... Het kan ook zijn dat het meer gaat om de gebruikers van de weg. Het verkeer doet hier bepaald niet Canadees aan. Heeft men overal de tijd om zijn beurt af te wachten, hier heb je de zelfde struikrover technieken, die wij in Nederland zo goed kennen. Bij voorbeeld, als de twee strooks weg eindigt, wordt dat ruim van te voren aangegeven. Het verkeer dat rechts rijdt moet links invoegen en krijgt daarvoor gewoon de mogelijkheid. Hier echter kom je ineens cowboys tegen, die je er niet tussen willen laten. Ik los dat wel op, maar het is toch niet prettig. Alles heeft volgens mij te maken met het nabije Vancouver. Op Hwy 1, die dwars door Vancouver loopt heb je minder problemen, omdat die weg geheel minimaal van twee rijstroken per richting is voorzien.

Maar goed even zo vrolijk staan we na een korte puzzel rit om 09.45 uur voor de toegangskassa's van de ferry in Horseshoe bay. De doorgang is smal. Onze reactie daarop verleidt de kaartverkoper tot het maken van grapjes over mijn oversized vehicle.

We mogen ons gaan opstellen in laan nr 25.

Als we daar geparkeerd staan raken we in gesprek met de heer en mevrouw Sikes. Zij staan in de baan naast ons. Hij verteld dat zij altijd in Duncan hebben gewoond, maar dat zij nu op een park voor gepensioneerden wonen. Het park bestaat uit allemaal vrijstaande huizen. Hun huis staat wat hoger op de berg. Zij hebben uitzicht op de Straat van Georgia, het schiereiland Saanich en bij heel mooi weer op de Olympic Mountains in Washington (state). Als ik dan zeg, dat zij dan wel heel fraai wonen, zegt hij dan ook dat hij met zijn vrouw heeft afgesproken, dat hij alleen met zijn voeten vooruit daar zal vertrekken. Aardige mensen. Zij vertellen ons ook dat de boot om 10.30 uur gaat.

Het laden van het schip gaat zoals altijd en kort nadat alles aan boord is, exact 10.30 uur varen we. Wij gaan eerst buiten staan, het is tenslotte prachtig weer. Ik denk dat het in verband met de aankomst van het schip nl. 12.00 uur, verstandig is om aan boord een lunch te nuttigen. Wij naar het restaurant. Nou daar werd nog het ontbijt geserveerd. We hebben een broodje ei gegeten en zijn daarna weer naar buiten op het bovendek gegaan. na enige tijd wordt het toch koud. Naar binnen dus in de lounge, daar waar je naar de boeg van het schip kan kijken, zijn hele rijen banken leeg. Als we willen gaan zitten, worden we er op geattendeerd dat die plaatsen bezet zijn door kinderen. Die kinderen lopen echter over het dek te rennen. Voortaan gooi ik dus eerst een tas op een stoel en ga dan buiten kijken. Als ik het dan zat ben, kan ik tenminste zitten. We zijn ergens aan de zijkant van het schip gaan zitten.

De aankomst in Nanaimo is wat hectisch, want zo gauw je van boord bent sta je in de file voor de volgende vijf verkeerslichten. Het is hier erg druk. Desondanks gaat alles heel makkelijk en al snel rijd je buiten de stad. Gisteren heb ik het al over het geheugen gehad, vandaag wordt het weer eens bevestigd, wat vergeet een mens veel.

We rijden eerst naar Port Alberni, de plaats in het midden van het eiland, maar toch aan de westkust gelegen. Het ligt aan het einde van een diepe fjord die aan de westkust begint, vandaar. De weg naar Port Alberni heeft geen bijzondere plaats in onze herinnering. Het is echter wel een weg met veel bochten en hellingen. Bovendien ligt het "Giant Cedar Provincial Park" ruim voor Port Alberni en niet zo als wij dachten na die plaats.

Port Alberni zelf hadden wij in gedachten als een wat verstild pioniers stadje. Niets is minder waar, het is er minimaal gezellig druk. We stoppen bij het Visitor centre en komen daar wat later voorzien van een goede kaart en wat andere folders weer uit.

We moeten naar de "bomber base". Hier is de bosbrandweer gevestigd. Deze bosbrandweer exploiteert twee heel oude vliegtuigen/vliegboten.

Ondanks de kaart valt het niet mee de basis te vinden. Met behulp van een winkeldame, die schrok van het feit dat ik haar zomaar aansprak, ( type rood geverfd kort haar, laag plamuur op het gezicht, een bril uit de jaren 50 en het geheel bekroond met zo'n afkeurende blik), vinden we het toch. Op "Sproat Lake" liggen de enige twee Martin Mars vliegboten die er op de wereld bestaan.

We lopen de basis op en vragen aan een official toestemming te fotograferen, Dat kon hij toen niet meer weigeren. Ik heb eerder dit jaar met het bedrijf gemaild, waarbij zij aangaven dat het verstandig zou zijn om een paar dagen voor onze komst te bellen. Dat bellen is ons even niet gelukt, maar zo komen we er ook. De vliegtuigen liggen rood met wit in de zon op het water te pronken. Het verzoek aan ons is om niet op het heliplatform te komen. We maken uitgebreid foto's van de vliegboten.

Verder maar weer naar Ucluelet. Gezien ons broodje ei hoeven we niet meer te lunchen. De route voert eerst lange tijd langs Sproat lake en gaat dan wat erg bergachtig het verdere binnenland in. De weg is ten opzichte van die uit mijn herinnering nogal sterk verbeterd. Er zitten zelfs vier-baans stukken in. Wel komen we ook nog wat kronkel stukken tegen, ook een 18% helling wordt gepasseerd. Het werd echt tijd om hier weer eens langs te gaan, want het landschap is onbeschrijfelijk mooi.

Voor Ucluelet voert de weg langs het onmogelijke "Kennedy Lake". Dit meer is erg groot en werkelijk afschuwelijk mooi. Dit is niet echt, zo lijkt het wel. we discussieren of dit nu wel een meer is of misschien toch een zeearm. De kaart wijst uit, dat het echt een enorm meer is.

De afslag naar rechts naar Tofino en naar links Ucluelet volgt na enige tijd. Wij gaan naar links. Eerst nog een flink stuk rijden, maar dan ben je in het dorp. Wij weten waar we moeten zijn en rijden er zo naar toe. Die informatie was op mijn harde schijf zo gevonden.

De camping is nog netter dan de vorige keer en we staan op de zelfde plaats als toen. Bij de mevrouw in de receptie geïnformeerd naar "Whale watching"tours. Zij kan alleen een klein drijver vliegtuig aanbieden, maar daar doet ze niet enthousiast over.

We plaatsen de motorhome en lopen via de receptie naar de stad. Gonda heeft een folder van een plaatselijke aanbieder van Whale watching tours. Desgevraagd geeft de receptioniste ons en plattegrondje van Ucluelet, zodat we die bewuste firma makkelijk kunnen vinden. We hebben er geboekt voor morgen-middag op een 3-uurs toer. In de nabij gelegen winkel kopen we nog snel een extra filmpje.

Terug op de camping wil ik alsnog informeren naar de mogelijkheden voor dat vliegtuigje. De receptie is op slot. Verdikkeme. Aan de steiger in de jachthaven zien we de piloot het vliegtuig af sproeien. Ik loop over de steigers naar hem toe. Op mijn vraag wat er mogelijk is en wat het allemaal kost krijg ik direct antwoord.

Hij stelt voor nu te gaan vliegen. Het is 17.10 uur en prachtig weer en bovendien zijn er walvissen gesignaleerd. We besluiten tot een vlucht van 30 minuten ( langer werd echt te duur) en kunnen gelijk instappen.

Gonda besluit dat ze achter in de Cessna wil. Ik zit dus op de bok naast Louis onze piloot. Echt wel spannend in zo'n watervliegtuigje. Het opstijgen gaat op een manier, waar de gemiddelde Nederlandse politievlieger nog wel wat van kan leren. Zo makkelijk en comfortabel. Tijdens de start zien we een "Kingfisher" en een "American Eagle".

Kort na de start maken we een scherpe draai, want Louis heeft een beer gezien, Gonda ziet een tweede, ik zie ze allebei, maar kan ze niet fotograferen.

De beren lopen aan de overkant van Ucluelet haven, zo dichtbij dus eigenlijk. Louis zegt dat er z.g. "Humpbacks"zijn gesignaleerd vijf mijl uit de kust. We vliegen eerst in die richting. Maar dat wordt niet wat, die walvissen hebben we niet kunnen vinden. Terwijl we wat draaien boven zee, legt Louis uit, dat je moet kijken naar de fonteinen die de walvissen bij het ademen veroorzaken.

Kort daarop zie ik er een. We maken gelijk een duikvlucht in die richting en inderdaad twee grijze walvissen. We cirkelen een paar keer rond het stelletje voordat die de diepte induiken. Wat een geweldige ervaring. Ik heb foto's gemaakt, maar of dat wat wordt? (Nou ja we zien wel).

Louis vliegt ons langs de kust over de vuurtoren naar de "Broken islands group". Werkelijk geweldig om te zien. Overal liggen Californische zeeleeuwen in het zonnetje te luieren. We vliegen er zo overheen en draaien nog een keer om het beter te zien. We vliegen hoog, we vliegen laag. linksom, rechtsom, wat we willen.

We komen langs rotspartijen waar je zelfs met een boot niet dicht bij komt. En eh, oh ja het landschap op de achtergrond is prachtig.

Het is een geweldige ervaring. Met rode konen stappen we uit. Louis glundert helemaal als we hem vertellen dat we het prachtig hebben gevonden en that we liked it all the way.

We schuifelen naar ons motorhome en nemen om af te kicken, buiten nog een biertje.

Het wordt door de wind te fris om buiten te eten. Als we binnen dineren zien we de zon met uitbundig rood van de dag afscheid nemen.

Het weer : hoogzomer, temperatuur tot 26 graden C

Wild : 2 Beren, 2 Walvissen, 600/1000 Californische zeeleeuwen, 2 American Eagles, 1 Zeearend en een Kingfisher.

 

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Home - Volgende bladzijde

© 2006 - Stef van Gasteren